ECLI:NL:RBZWB:2024:8259

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
21 november 2024
Publicatiedatum
3 december 2024
Zaaknummer
C/02/428482 / FA RK 24-5185
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging op verzoek van de officier van justitie voor betrokkene met psychische stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 21 november 2024 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1976, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de procedure gestart na ontvangst van het verzoekschrift op 7 november 2024. De mondelinge behandeling vond plaats met gesloten deuren, waarbij de advocaat van betrokkene, de casemanager en de partner van betrokkene aanwezig waren. Betrokkene zelf was niet aanwezig, omdat deelname niet mogelijk was gezien haar toestand. De officier van justitie was ook niet aanwezig tijdens de behandeling.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een schizoaffectieve stoornis van bipolaire type, met herhaaldelijke manisch-psychotische decompensaties. Dit leidt tot ernstig nadeel, waaronder agressief gedrag en een gebrek aan ziektebesef. De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat betrokkene onvoldoende intrinsieke motivatie heeft om vrijwillig mee te werken aan de zorg. De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend voor de duur van twaalf maanden, met specifieke zorgvormen zoals het toedienen van medicatie en het verrichten van medische controles. De rechtbank heeft andere verzochte zorgvormen afgewezen, omdat deze niet noodzakelijk zijn gebleken.

De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor betrokkene om cassatie aan te tekenen tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/428482 / FA RK 24-5185
Datum uitspraak: 21 november 2024
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1976 in [geboorteplaats],
hierna te noemen betrokkene,
wonende in [woonplaats],
advocaat mr. C.G. Matze te Breda.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 7 november 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 21 november 2024 te [plaats], [accommodatie] [adres]. Daarbij zijn gehoord:
  • de advocaat van betrokkene;
  • de heer [naam 1], casemanager/behandelaar;
  • de partner van betrokkene.
1.3.
De advocaat heeft met betrokkene telefonisch contact gezocht, bedoeld om haar langs deze weg bij de mondelinge behandeling van het verzoek aanwezig te laten zijn. De advocaat heeft vervolgens op basis van een kort contact met betrokkene vastgesteld dat, gelet op de toestand van haar cliënt op dat moment, deelname aan de mondelinge behandeling niet mogelijk is. Daarop heeft de advocaat de verbinding verbroken en heeft met haar instemming en die van de casemanager en de partner van betrokkene de mondelinge behandeling plaatsgevonden buiten de aanwezigheid van betrokkene.
1.4.
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Wat vaststaat

De rechtbank heeft een zorgmachtiging verleend tot en met 12 december 2024.

3.Het verzoek

De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden te verlenen voor de navolgende zorgvormen:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
  • het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • het beperken van de bewegingsvrijheid;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.

4.De standpunten

4.1.
De casemanager brengt naar voren dat bij betrokkene sprake is van een schizoaffectieve stoornis, bipolaire type. Zij heeft in de afgelopen jaren herhaaldelijk manisch-psychotische decompensaties gekend, die gepaard gingen met een gestoorde realiteitstoetsing, waarbij godsdienstwanen op de voorgrond stonden. Dit uitte zich in emotionele labiliteit, seksuele ontremming en wisselend verbaal agressief gedrag. Bij betrokkene ontbreekt ziektebesef en/of -inzicht. De ervaring heeft geleerd dat er een zeer reële kans is op een terugval in een psychose en daardoor veroorzaakt ernstig nadeel in de vorm van agressie naar personen en materialen en het afroepen van agressie over zichzelf. Het blijven gebruiken van de haar voorgeschreven medicatie, het meewerken aan medische controles en de overige ambulante zorg is daarom nog steeds noodzakelijk. De partner van betrokkene vervult een belangrijke ondersteunende rol bij het blijven meewerken door betrokkene aan de toegediende depotmedicatie. Betrokkene blijft echter intussen aangeven dat zij met de Ggz eigenlijk niets te maken wil hebben. Ook wenst zij de medicatie geleidelijk af te bouwen. Onderzocht wordt of/in hoeverre er daarvoor mogelijkheden zijn. Een zorgmachtiging is nog nodig, met als verplichte zorgvormen het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten.
4.2.
De partner van betrokkene merkt op dat hij zich aansluit bij hetgeen door de casemanager/behandelaar is opgemerkt. Hij ondersteunt betrokkene zoveel als mogelijk. De zorgmachtiging maakt dat zijn partner op dit moment redelijk stabiel kan functioneren.
4.3.
De advocaat van betrokkene voert aan dat haar cliënt zich beslist niet kan vinden in een zorgmachtiging, zoals verzocht, dit omdat zij van opvatting is dat zij die niet nodig heeft. Met deze toelichting stelt zij zich namens betrokkene primair op het standpunt dat het verzoek dient te worden afgewezen. Indien de rechtbank anders mocht oordelen verzoekt zij - bij wijze van subsidiair standpunt - de zorgmachtiging te beperken tot alleen de op dit moment strikt noodzakelijke zorgvormen, te weten het toedienen van medicatie, het verrichten van medische controles en het aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten en het verzoek voor het overige af te wijzen.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde zorgmachtiging. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
De rechtbank is op grond van de inhoud van de stukken en de mondeling van oordeel dat vast staat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en bipolaire stemmings-stoornissen.
5.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
Gebleken is dat in geval van manisch-psychotische decompensatie betrokkene agressief en grensoverschrijdend gedrag kan vertonen naar personen en materialen en zij agressie over zichzelf kan oproepen. Ook ontstaat er op die momenten risico voor betrokkene op maatschappelijke teloorgang, verlies van haar sociale netwerk en mentale overvraging en uitputting van haar partner.
5.4.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.5.
Bij betrokkene ontbreekt voldoende ziektebesef en -inzicht. Dit maakt dat bij haar van onvoldoende intrinsieke motivatie sprake is om aan de noodzakelijke zorg, ter afwending van het ernstig nadeel, consequent mee te (blijven) werken, indien die zorg in een vrijwillig kader wordt geboden. Daarom is verplichte zorg nodig.
5.6.
De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, de visie van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat in ieder geval de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, bestaande uit het onderhouden van contact met het ambulante zorgteam.
De rechtbank zal de overige verzochte zorgvormen afwijzen, nu niet is gebleken dat deze vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn.
5.7.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.8.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.
5.9.
Met inachtneming van het vorenstaande zal de rechtbank een zorgmachtiging verlenen voor de verzochte duur van twaalf maanden.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1976 in [geboorteplaats],
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in rechtsoverweging 5.6 kunnen worden getroffen;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 21 november 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 21 november 2024 door mr Phillips, rechter, in aanwezigheid van Baremans, griffier en op schrift gesteld op 26 november 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.