Uitspraak
Nederland, locatie Breda (hierna de Raad).
2.De feiten
, geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2019.
3.Het verzoek
4.De beoordeling
In het kader van de omgangsregeling merkt de man op dat [minderjarige] op dit moment op donderdag, zaterdag, en zondag bij hem verblijft. Ook de man vindt het in het belang van [minderjarige] als er zo min mogelijk wisselingen plaatsvinden, maar dat betekent niet dat de omgangsregeling gedurende het raadsonderzoek moet worden gewijzigd. De man wenst de huidige omgangsregeling voorlopig voort te zetten. In de ideale situatie zitten partijen zoveel mogelijk op één lijn.
- hoe ziet de opvoedsituatie er uit bij beide ouders?
- bestaat er bij gezamenlijk gezag een onacceptabel risico dat [minderjarige] klem en verloren raakt tussen de ouders waarbij het er niet naar uitziet dat dit binnen korte tijd voldoende zal verbeteren? En/of is het om een andere reden
- welke omgangsregeling c.q. verdeling van de zorg- en opvoedingstaken door partijen komt het meest tegemoet aan de belangen van [minderjarige] ?
- welke andere feiten en/of omstandigheden zijn niet in voorgaande vragen aan de orde gesteld maar zijn wel van belang om te vermelden?
5.De beslissing
28 november 2024
.
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.