Uitspraak
1.Het verdere procesverloop
van 27 juni 2024, bij de rechtbank binnengekomen op 9 juli 2024;
Breda (hierna de Raad) van 14 augustus 2024;
2.De resterende verzoeken
- bepaling dat de minderjarige [minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2020, zijn hoofdverblijf zal hebben bij haar;
- vaststelling van een voorlopige regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken, in die zin dat de man en de minderjarige voorlopig eenmaal per week op zaterdag van 9:00 uur tot 17:00 uur contact hebben bij de ouders van de man en de definitieve zorgregeling vast te stellen na kennisname van het UHA verslag;
- vaststelling van een door de man te betalen onderhoudsbijdrage ten behoeve van de minderjarige van € 500,= per maand;
3.De verdere beoordeling
- de ouders hebben inzicht in de (psychologische) gevolgen van de scheiding voor het kind;
- het kind heeft een stem in het scheidingsproces, voelt zich gehoord en gesteund;
- de (gezagdragende) ouders zorgen voor afspraken en beslissingen dien in het belang zijn van het kind);
- het kind en de (gezagdragende) ouders hebben onbelast contact met elkaar.
- welke verdeling van de zorg- en opvoedingstaken door partijen komt het meest tegemoet aan de belangen van [minderjarige]?
- welke andere feiten en/of omstandigheden zijn niet in voorgaande vragen aan de orde gesteld maar zijn wel van belang om te vermelden?
4.De beslissing
voorlopiggerechtigd zijn tot contact met elkaar, in die zin dat de eerste contactmomenten in het weekend, steeds in [plaats], worden begeleid door mevrouw [naam], waarbij de vrouw [minderjarige] naar [plaats] brengt en hem daar ophaalt, waarna de man en [minderjarige] gerechtigd zijn tot onbegeleid contact met elkaar op de wijze zoals mevrouw [naam] zal bepalen, waarbij – voorlopig - de man [minderjarige] haalt en brengt, een en ander met in achtneming van dat wat is overwogen in rechtsoverweging 3.6;
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.