ECLI:NL:RBZWB:2024:8302

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 november 2024
Publicatiedatum
5 december 2024
Zaaknummer
C/02/428911 / JE RK 24-2106
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Pellikaan
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige vanwege fysieke agressie en crimineel gedrag

Op 19 november 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend voor een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], geboren op [geboortedag] 2007. Het verzoek tot deze machtiging werd ingediend door het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Moerdijk, vanwege ernstige zorgen over de veiligheid en het welzijn van [minderjarige]. De kinderrechter oordeelde dat er sprake was van fysieke agressie van [minderjarige] richting zijn ouders, waarbij hij zijn moeder bedreigde en zijn vader aanviel. Dit leidde tot een crisissituatie, waarbij de ouders aangifte deden bij de politie. Na een eerdere plaatsing in een open groep, waar [minderjarige] meerdere keren wegliep, werd de noodzaak voor gesloten jeugdhulp steeds dringender. De kinderrechter concludeerde dat er geen minder ingrijpende mogelijkheden waren om de opgroei- en opvoedingsproblemen van [minderjarige] aan te pakken. De kinderrechter verleende daarom een spoedmachtiging voor de duur van twee weken, met ingang van 19 november 2024, en tot 3 december 2024. De beslissing over het resterende deel van het verzoek werd aangehouden tot een mondelinge behandeling, waarbij de belanghebbenden in de gelegenheid worden gesteld om te worden gehoord. De kinderrechter benadrukte dat de situatie van [minderjarige] ernstig was en dat onmiddellijke actie noodzakelijk was om verdere escalatie te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummers : C/02/428911 / JE RK 24-2106 (spoedmachtiging gesloten jeugdhulp)
: C/02/428913 / JE RK 24-2107 (machtiging gesloten jeugdhulp)
Datum uitspraak: 19 november 2024
Beschikking van de kinderrechter over (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaken van
HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE MOERDIJK, zetelende te Zevenbergen,
hierna te noemen: het college,
over de minderjarige
[minderjarige], geboren op [geboortedag] 2007 in [geboorteplaats],
hierna te noemen: [minderjarige],
advocaat: mr. R.A. Oliemans te Roosendaal.
De kinderrechter merkt als belanghebbenden in deze zaken aan:
[minderjarige], voornoemd,
[de moeder],
hierna te noemen: de moeder,
wonende in [woonplaats],
[de vader],
hierna te noemen: de vader,
wonende in [woonplaats].

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit het volgende:
  • het op 19 november 2024 namens het college gedane mondelinge verzoek;
  • het verzoekschrift van 20 november 2024 van het college, met bijlagen, ingekomen bij de griffie op 20 november 2024;
  • de instemmende verklaring van 20 november 2024 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper, ingekomen bij de griffie op 21 november 2024.
1.2.
Aan [minderjarige] is ambtshalve als advocaat toegevoegd mr. R.A. Oliemans te Roosendaal.

2.De feiten

2.1.
De ouders zijn gezamenlijk belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige].
2.2.
[minderjarige] woont bij zijn ouders.

3.De verzoeken

3.1.
Op 19 november 2024 is namens het college mondeling verzocht om een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] te verlenen voor de duur van vier weken en aansluitend een reguliere machtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] te verlenen voor de duur van zes maanden.
3.2.
In het op 20 november 2024 ontvangen verzoekschrift verzoekt het college om een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] te verlenen voor de duur van vier weken en, naar de kinderrechter begrijpt, afwijkend van het eerder gedane mondelinge verzoek, om aansluitend een machtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] te verlenen voor de duur van drie maanden.

4.De beoordeling

4.1.
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.3, tweede lid, Jeugdwet dient onmiddellijke verlening van jeugdhulp noodzakelijk te zijn indien naar het oordeel van de kinderrechter:
jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren;
de opneming en het verblijf noodzakelijk en geschikt zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken; en
er geen minder ingrijpende mogelijkheden zijn om de opgroei- en opvoedingsproblemen te behandelen.
4.2.
Uit de overgelegde stukken blijkt, samengevat, dat er drie weken geleden een crisissituatie is ontstaan, waarbij [minderjarige] zijn ouders fysiek heeft belaagd. [minderjarige] heeft zijn moeder bedreigd met de dood en haar bij de keel gepakt. Daarnaast heeft [minderjarige] zijn vader fysiek aangevallen. De ouders hebben hiervan aangifte gedaan bij de politie. Naar aanleiding hiervan is [minderjarige] door de politie meegenomen en vervolgens op een open groep geplaatst in [plaats]. Echter, op de open groep is [minderjarige] meermaals weggelopen. Daarnaast bestaat het vermoeden dat hij zich in het criminele circuit begeeft en dat hij zich bezighoudt met het dealen van drugs. Op 19 november 2024 heeft er opnieuw een escalatie plaatsgevonden. [minderjarige] is toen naar zijn ouderlijk huis gegaan waar hij zijn ouders heeft bedreigd met fysiek geweld als zij hem zijn telefoon niet zouden teruggeven en zij hem geen geld zouden geven. [minderjarige] heeft daarbij aangegeven alles in huis te zullen verkopen als zijn ouders hem geen geld geven. Vermoed wordt dat hij geld nodig heeft vanwege het criminele circuit waarin hij zich begeeft. Daarnaast heeft [minderjarige] aangegeven dat hij voornemens is om langere tijd niet meer thuis of bij de open groep te komen en voor langere tijd te zullen verdwijnen. Vervolgens is [minderjarige] opnieuw weggelopen en hij zou momenteel bij een vriend verblijven.
4.3.
Op 19 november 2024 heeft het college ter onderbouwing van het mondelinge verzoek aangegeven dat de onafhankelijke gedragswetenschapper, de heer [naam], op basis van dossieronderzoek heeft ingestemd met een gesloten plaatsing voor [minderjarige]. Voorts heeft het college op 21 november 2024 de schriftelijke instemmende verklaring van voornoemde onafhankelijke gedragswetenschapper van 20 november 2024 overgelegd waaruit blijkt dat de onafhankelijke gedragswetenschapper, op basis van dossieronderzoek en een gesprek met [minderjarige], instemt met een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] voor de duur van drie weken en aansluitend voor de duur van drie maanden.
4.4.
Het college heeft daarnaast een door de beide ouders ondertekende verklaring overgelegd, waaruit blijkt dat de ouders als gezaghebbende ouders instemmen met een (spoed)machtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] voor de op 19 november 2024 verzochte duur.
4.5.
De kinderrechter is, gelet op het voorgaande, van oordeel dat [minderjarige] kampt met ernstige opvoed- en opgroeiproblematiek en dat hij in verband daarmee jeugdhulp nodig heeft, maar dat hij zich daaraan onttrekt door weg te lopen. Op dit moment zijn er geen minder ingrijpende mogelijkheden om voormelde zorgen weg te nemen. Daarmee wordt voldaan aan de wettelijke vereisten voor opname en verblijf van [minderjarige] in een accommodatie voor gesloten jeugdhulp. De kinderrechter is daarnaast van oordeel dat een mondelinge behandeling niet kan worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [minderjarige]. Gelet hierop zal de kinderrechter het spoedverzoek toewijzen in die zin dat zij een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] zal verlenen voor de duur van twee weken, met ingang van 19 november 2024 en tot 3 december 2024. Het resterende deel van het spoedverzoek alsmede het verzoek om een aansluitende machtiging gesloten jeugdhulp te verlenen, zal worden aangehouden tot de hierna te noemen mondelinge behandeling. Verdere beslissingen zal de kinderrechter pas nemen nadat zij de belanghebbenden in de gelegenheid heeft gesteld om hierover te worden gehoord.

5.De beslissing

De kinderrechter:
5.1.
verleent een spoedmachtiging om [minderjarige] te doen opnemen en te doen verblijven in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp met ingang van 19 november 2024 tot 3 december 2024;
5.2.
houdt de beslissing over het resterende deel van het spoedverzoek alsmede het verzoek machtiging gesloten jeugdhulp aan tot de mondelinge behandeling op
woensdag [datum] 2024 om [uur], bij de kinderrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, Stationslaan 10, 4815 GW;
5.3.
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping voor die mondelinge behandeling voor [minderjarige], zijn advocaat, de ouders en het college;
5.4.
behoudt zich iedere (verdere) beslissing voor.
Deze beschikking is op 19 november 2024 mondeling gegeven door mr. Pellikaan, kinderrechter, en op 21 november 2024 op schrift vastgesteld in aanwezigheid van mr. Wallerbos als griffier.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
  • door de verzoeker en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.