ECLI:NL:RBZWB:2024:8303
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- mr. Bogaert
- mr. Van Triest
- mr. Van der Pols
- Rechtspraak.nl
Verlenging van de PIJ-maatregel voor een 20-jarige veroordeelde in het kader van jeugdcriminaliteit
Op 4 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team Jeugd, uitspraak gedaan in de zaak van een 20-jarige veroordeelde die onder de PIJ-maatregel (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen) valt. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de PIJ-maatregel met 24 maanden te verlengen toegewezen. De veroordeelde, die in 2004 is geboren, verblijft momenteel in de Justitiële Jeugdinrichting en heeft een onrustige start van zijn behandeltraject gehad. Hij is meerdere keren overgeplaatst vanwege problematisch gedrag, maar lijkt nu te stabiliseren en heeft recentelijk verschillende therapieën gestart, waaronder muziektherapie en de therapie 'Leren van Delict'.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de PIJ-maatregel is opgelegd voor een misdrijf dat gericht is tegen de onaantastbaarheid van het lichaam van personen. De rechtbank oordeelt dat de verlenging van de maatregel noodzakelijk is voor de verdere ontwikkeling van de veroordeelde, die nog aan het begin van zijn behandeltraject staat. De rechtbank heeft ook rekening gehouden met het hoge recidiverisico en de noodzaak voor intramurale zorg om verdere stappen in de behandeling te kunnen zetten. De rechtbank heeft besloten de PIJ-maatregel te verlengen met 24 maanden, om te voorkomen dat de veroordeelde te vroeg hoopt op een beëindiging van de maatregel, wat zijn motivatie en behandeling zou kunnen schaden.
De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit drie kinderrechters, en is openbaar uitgesproken. De rechtbank heeft benadrukt dat de veiligheid van anderen en de ontwikkeling van de veroordeelde voorop staan in deze beslissing.