Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Middelburg
Zaaknummer: C/02/423029 FA RK 24-2520
beschikking d.d. 4 december 2024
beschikking betreffende intrekking
in de zaak van
[de man],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen de man,
advocaat thans geen, voorheen mr. S. Klootwijk te Breda,
tegen
[de vrouw],
wonende te [woonplaats],
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. G. Kartal te Breda.
1. Het procesverloop
Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 31 mei 2024 ontvangen verzoekschrift van de man tot echtscheiding met nevenvorderingen, met bijlagen;
- het F2-formulier d.d. 30 juli 2024 van mr. Kartal;
- het F2-formulier d.d. 16 september 2024 ingediend namens de man;
- het e-mailbericht d.d. 18 september 2024 van de man;
- het e-mailbericht d.d. 18 oktober 2024 van de man;
- de brief d.d. 31 oktober 2024 van de griffier van de rechtbank aan de man.
2.De beoordeling
2.1.
Blijkens voormeld e-mailbericht d.d. 18 oktober 2024 trekt de man het verzoek in.
2.2.
Nu het verzoek in zijn geheel is ingetrokken, kan dit niet meer worden onderzocht. De man zal daarom in zijn verzoeken niet-ontvankelijk worden verklaard.
3.De beslissing
De rechtbank
verklaart de man niet ontvankelijk in zijn verzoeken.
Deze beschikking is gegeven door mr. Voorn, rechter, en in tegenwoordigheid van mr. Krijger-de Keuning, griffier, in het openbaar uitgesproken op 4 december 2024.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.