Uitspraak
RECHTBANK Zeeland-West-Brabant
1.De procedure
- de aanvullende producties 6 tot en met 9 van eiser
2.De feiten
Als de zoon om een boodschap is, praat dhr met mij. Dan zegt hij geen raad te weten en komen de tranen.
Zoon kleineert zijn vader, vader geeft aan dat hij het niet meer aan kan. Zoon zet de muziek heel hard, koopt eten voor zichzelf en legt dit in de koffer van zijn auto zodat vader er niet bij kan, boodschappen die vader haalt worden door zoon weggehaald. Zoon drijft zijn vader tot het uiterste. Grootste zorg is dat vader uiteindelijk vanuit wanhoop zelf maatregelen treft en zijn zoon iets aandoet, angst dat de situatie gaat escaleren. Melder hoopt door het doen van een melding gekeken kan worden naar wat er nodig is voor de (emotionele) veiligheid van vader.”
3.Het geschil
4.De beoordeling
Gedaagde heeft verder niet gesteld, en dat is ook niet gebleken, dat hij bij vertrek uit de woning geen ander onderkomen heeft. Daarom moet worden aangenomen dat hij in staat zal zijn om, zoals gevorderd, binnen de termijn van twee dagen na betekening de woning van eiser te verlaten.