ECLI:NL:RBZWB:2024:847

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 januari 2024
Publicatiedatum
14 februari 2024
Zaaknummer
C/02/417682 / JE RK 24-9 en C/02/417683 / JE RK 24-10
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. De Beer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot spoeduithuisplaatsing van minderjarigen in het kader van ondertoezichtstelling

Op 3 januari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een spoedprocedure betreffende de uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De verzoeken zijn ingediend door de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland, die als gecertificeerde instelling optreedt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er dringend en onverwijld een machtiging tot uithuisplaatsing nodig is, gezien de signalen van een terugval in drugsgebruik door de moeder en de aanwezigheid van emotionele en basale verwaarlozing en huiselijk geweld in de thuissituatie. De kinderen verblijven momenteel in pleeggezinnen en de moeder heeft zelf hulp gezocht, maar is op dit moment niet in staat om de veiligheid van de kinderen te waarborgen.

De kinderrechter heeft in beide zaken een machtiging tot uithuisplaatsing verleend, met een geldigheid van twee weken, en heeft een mondelinge behandeling gepland voor 11 januari 2024. De moeder en de GI zijn opgeroepen om hun mening te geven tijdens deze zitting. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de uithuisplaatsing onmiddellijk kan ingaan, ondanks dat er nog een verdere behandeling van de zaak zal plaatsvinden. De kinderrechter heeft de beschikking openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. Van Ginneke.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/417682 / JE RK 24-9
( [minderjarige 1] )
C/02/417683 / JE RK 24-10
( [minderjarige 2] )
Datum uitspraak: 3 januari 2024
Beschikking van de kinderrechter over een spoeduithuisplaatsing
in de zaak van
De gecertificeerde instelling
STICHTING JEUGDBESCHERMING WEST ZEELAND, gevestigd te Middelburg,
hierna te noemen de GI,
over
[minderjarige 1], geboren op [geboortedag 1] 2021 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [minderjarige 1] ,
en
[minderjarige 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag 2] 2022,
hierna te noemen: [minderjarige 2] .
De kinderrechter merkt in beide zaken als belanghebbende aan:
[de moeder],
hierna te noemen de moeder,
wonende in [woonplaats] ,
advocaat mr. S.J. Nijssen te Goes.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt in beide zaken uit:
- de verzoeken met bijlagen van de GI van 3 januari 2024, ingekomen bij de griffie
op 3 januari 2024.
1.2.
Vanwege de nauwe samenhang tussen de verzoeken, zal in deze tussenbeschikking een beslissing worden gegeven in beide procedures.

2.De feiten

2.1.
De moeder is belast met het ouderlijk gezag over [minderjarige 1] en [minderjarige 2] .
2.2.
[minderjarige 1] is erkend door [naam]. Bij beschikking van 29 december 2023 heeft hij vervangende toestemming gekregen om ook [minderjarige 2] te erkennen.
2.3.
[minderjarige 1] en [minderjarige 2] wonen bij hun moeder, maar verblijven momenteel in pleeggezinnen.
2.4.
Bij beschikking van 4 november 2020 is – de toen nog ongeboren – [minderjarige 1] onder toezicht gesteld tot 4 november 2021. Deze maatregel is daarna steeds verlengd, voor het laatst tot 4 november 2024.
2.5.
Bij beschikking van 24 maart 2022 is de toen nog ongeboren [minderjarige 2] onder toezicht gesteld van de GI, met ingang van 24 maart 2022 en tot 4 november 2022. De ondertoezichtstelling is bij beschikking van 16 november 2023 verlengd tot 4 november 2024.

3.Het verzoekJE RK 24-9

3.1.
De GI verzoekt met spoed een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] in een voorziening voor pleegzorg voor de duur van de ondertoezichtstelling, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
JE RK 24-10
3.2.
De GI verzoekt met spoed een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 2] in een voorziening voor pleegzorg voor de duur van de ondertoezichtstelling, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.

4.De beoordeling

4.1.
Op grond van de informatie, zoals weergegeven in het verzoek, komt de kinderrechter tot het oordeel dat het dringend en onverwijld noodzakelijk is dat er een machtiging wordt verleend om [minderjarige 1] en [minderjarige 2] uit huis te plaatsen. Het verhoor van de belanghebbende kan niet worden afgewacht zonder onmiddellijk en ernstig gevaar voor [minderjarige 1] en [minderjarige 2] . Er zijn signalen dat de moeder een terugval heeft in drugsgebruik, hetgeen zij zelf in het gesprek met de GI heeft bevestigd. Ook zijn er signalen van emotionele en basale verwaarlozing en huiselijk geweld in de thuissituatie. De moeder heeft op eigen initiatief de kinderen veilig gesteld bij de pleeggezinnen waar zij al bekend mee zijn en zij heeft actief hulp gezocht bij Emergis. Dat is positief, maar wegens haar eigen problematiek kan zij op dit moment niet in staat worden geacht om de veiligheid van de kinderen te waarborgen. Zelfs als zij de kinderen vrijwillig bij pleegouders zou brengen, is in deze situatie van een ondertoezichtstelling waarin de kinderen langere tijd niet bij moeder zullen zijn, juridisch gezien een uithuisplaatsing nodig.
4.2.
De GI, de moeder en de heer [naam] als informant worden in de gelegenheid gesteld hun mening te geven op de hierna vermelde mondelinge behandeling.
4.3.
In afwachting van deze zitting zal de machtiging tot uithuisplaatsing voor de duur van twee weken worden verleend.

5.De beslissing

De kinderrechter:
JE RK 24-9
5.1.
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 1] in een voorziening voor pleegzorg met ingang van 3 januari 2024 tot 17 januari 2024;
5.2.
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan en roept de GI en de moeder op te verschijnen tijdens de mondelinge behandeling van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, in het gerechtsgebouw aan Kousteensedijk 2 te Middelburg, op
11 januari 2024 te 15:30 uur, teneinde nader op het verzoek te worden gehoord;
5.3.
bepaalt dat de heer [naam] bij aparte brief zal worden opgeroepen voor voornoemde mondelinge behandeling;
5.4.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
JE RK 24-10
5.5.
verleent een machtiging tot uithuisplaatsing van [minderjarige 2] in een voorziening voor pleegzorg met ingang van 3 januari 2024 tot 17 januari 2024;
5.6.
houdt de behandeling van het verzoek voor het overige aan en roept de GI en de moeder op te verschijnen tijdens de mondelinge behandeling van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, in het gerechtsgebouw aan Kousteensedijk 2 te Middelburg, op
11 januari 2024 te 15:30 uur, teneinde nader op het verzoek te worden gehoord;
5.7.
bepaalt dat de heer [naam] bij aparte brief zal worden opgeroepen voor voornoemde mondelinge behandeling;
5.8.
verklaart deze beschikking tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. De Beer, kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken op 3 januari 2024, in aanwezigheid van mr. Van Ginneke als griffier
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.