Op 3 januari 2024 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een spoedprocedure betreffende de uithuisplaatsing van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De verzoeken zijn ingediend door de Stichting Jeugdbescherming West Zeeland, die als gecertificeerde instelling optreedt. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er dringend en onverwijld een machtiging tot uithuisplaatsing nodig is, gezien de signalen van een terugval in drugsgebruik door de moeder en de aanwezigheid van emotionele en basale verwaarlozing en huiselijk geweld in de thuissituatie. De kinderen verblijven momenteel in pleeggezinnen en de moeder heeft zelf hulp gezocht, maar is op dit moment niet in staat om de veiligheid van de kinderen te waarborgen.
De kinderrechter heeft in beide zaken een machtiging tot uithuisplaatsing verleend, met een geldigheid van twee weken, en heeft een mondelinge behandeling gepland voor 11 januari 2024. De moeder en de GI zijn opgeroepen om hun mening te geven tijdens deze zitting. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de uithuisplaatsing onmiddellijk kan ingaan, ondanks dat er nog een verdere behandeling van de zaak zal plaatsvinden. De kinderrechter heeft de beschikking openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. Van Ginneke.