ECLI:NL:RBZWB:2024:8583

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 augustus 2024
Publicatiedatum
13 december 2024
Zaaknummer
11062337 - MB VERZ 24-518
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete ongegrond verklaard na vaststelling gedraging

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 augustus 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde, had een administratieve sanctie opgelegd gekregen wegens het niet voeren van zichtbaar licht op zijn fiets. De gemachtigde stelde dat de gedraging niet had plaatsgevonden en dat er geen bewijs was van de overtreding, aangezien de betrokkene niet was staande gehouden door de verbalisant. De gemachtigde voerde aan dat de identiteit van de betrokkene niet op de juiste wijze was vastgesteld, omdat er geen foto’s waren en de verbalisant enkel gebruik had gemaakt van controlevragen die niet als geldig bewijs konden dienen.

De officier van justitie had het beroep van de gemachtigde ongegrond verklaard, waarna de gemachtigde in beroep ging bij de kantonrechter. Tijdens de zitting was de gemachtigde niet aanwezig, maar had zij voorafgaand aan de zitting laten weten dat zij en de betrokkene niet konden komen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en geconcludeerd dat uit de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs naar voren kwam dat de gedraging daadwerkelijk had plaatsgevonden. De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant geloofwaardig was en dat er geen reden was om aan de juistheid daarvan te twijfelen.

De kantonrechter heeft het beroep ongegrond verklaard, waarbij hij ook opmerkte dat er geen aanleiding was om de boete te matigen. De uitspraak werd gedaan door mr. R.J.H. de Brouwer, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 11062337 \ MB VERZ 24-518
CJIB-nummer : 4062 5422 5538 7511
uitspraakdatum : 19 augustus 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Gemachtigde heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door gemachtigde beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 19 augustus 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en gemachtigde zijn niet verschenen. Gemachtigde heeft op 16 augustus 2024 laten weten dat zij en betrokkene beide niet aanwezig konden zijn bij de zitting. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: geen voortdurend zichtbaar wit/geel licht aan de voorzijde en/of zichtbaar rood licht aan de achterzijde van de fiets voeren op de Maasdijk te Raamsdonksveer (gemeente Geertruidenberg) op 26 januari 2023 om 08:08 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Gemachtigde ([gemachtigde]) stelt in beroep te gaan namens haar twaalfjarige zoontje. Gemachtigde stelt dat haar zoon wel goede verlichting op zijn fiets heeft en dat zij dat als ouders erg belangrijk vinden. Betrokkene geeft aan dat hij niet is staande gehouden, waardoor gemachtigde niet kan begrijpen op welke manier er een boete is binnengekomen. Gemachtigde stelt te willen weten op welke manier de betreffende persoon zich heeft gelegitimeerd. Ook zijn er geen foto’s van de betreffende persoon en/of de fiets aanwezig. Gemachtigde stelt het niet eens te zijn met de beslissing van de officier van justitie die een doorslaggevende betekenis toekent aan de verklaring van de verbalisant.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe aangevoerd dat in principe een schoolpas niet geldig is om de personalia van iemand te controleren. In dit geval heeft de verbalisant controlevragen erbij gesteld. Controlevragen zijn atypische vragen waarop niet iedereen zomaar het antwoord weet, bijvoorbeeld de verjaardagen van de ouders. De verbalisant heeft dit vervolgens gecontroleerd in GBA. Hierdoor kan ervan uit worden gegaan dat het om betrokkene ging die zonder licht reed.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Gemachtigde heeft in het zaakoverzicht kunnen zien op welke manier de identiteit van betrokkene is vastgesteld. Gemachtigde stelt dat betrokkene niet is staande gehouden, maar gelet op de verklaring van de verbalisant in het zaakoverzicht, heeft er wel een staandehouding plaatsgevonden. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen. Er is niet gesteld of gebleken dat betrokkene zijn schoolpas is kwijtgeraakt of dat een derde op een andere manier over zijn schoolpas kon beschikken.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.J.H. de Brouwer, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 19 augustus 2024.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: