Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 20 september 2024;
- de beschikking op het schorsingsverzoek van deze rechtbank van 27 september 2024.
- de heer [naam 2], AIOS;
- mevrouw [naam 3], begeleidster.
2.Feiten en procesverloop
3.Het verzoek
4.De standpunten
Volgens de psychiater toont betrokkene vanaf juli 2024 ontoelaatbaar gedrag en is hij daar door de psychiater ook herhaaldelijk op aangesproken. In juli 2024 is betrokkene op de HIC opgenomen om zijn gedrag te observeren. De psychiater stelt dat de gedragsproblematiek van betrokkene voortvloeit uit zijn disruptieve impulsbeheersingsstoornis en andere gedragsstoornissen en dus niet uit zijn bipolaire stemmingsstoornis. Een opname op de HIC is echter alleen bedoeld voor het stabiliseren van zijn bipolaire stemmingsstoornis en niet voor zijn disruptieve impulsbeheersingsstoornis. Voor zijn disruptieve impulsbeheersingsstoornis wordt hij ook niet in [de woonvoorziening] c.q de instelling waar [de woonvoorziening] deel van uitmaakt behandeld. Ondanks meerdere waarschuwingen en gesprekken van de psychiater met betrokkene, blijft hij nog steeds ontoelaatbaar agressief en bedreigend gedrag vertonen. Dit werkt volgens de psychiater zodanig groeps-ontwrichtend, dat het naar zijn oordeel niet langer verantwoord is om betrokkene op [de woonvoorziening] te laten wonen. De medewerkers van [de woonvoorziening] hebben niet meer de draagkracht om betrokkene te begeleiden en de psychiater heeft er geen vertrouwen in dat betrokkene zijn gedrag zal verbeteren. Betrokkene is aangeboden om in gesprek te gaan met maatschappelijk werk over een passende woonvoorziening, maar betrokkene houdt dat af. De psychiater ziet mogelijkheden om betrokkene in een ambulante setting hulp en ondersteuning te bieden. Het is daarbij belangrijk dat het betreffende ambulante team erop toeziet dat hij zijn medicatie blijft innemen.