ECLI:NL:RBZWB:2024:8617

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 november 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
11174167 MB VERZ 24-823
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S. Speekenbrink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gedeeltelijke gegrondverklaring van beroep tegen verkeersboete met matiging

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden in een geslotenverklaring op de Houtmarkt in Breda op 26 januari 2023. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep ongegrond had verklaard. Tijdens de zitting heeft betrokkene, bijgestaan door zijn gemachtigde, zijn standpunt toegelicht. Hij voerde aan dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden, waaronder de noodzaak om zijn hulpbehoevende vader naar het toilet te brengen. De officier van justitie heeft de gedraging erkend, maar verzocht om matiging van de boete vanwege de bijzondere omstandigheden. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging voldoende vaststaat, maar heeft ook erkend dat de omstandigheden van betrokkene aanleiding geven om de boete te matigen. Uiteindelijk heeft de kantonrechter het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard en de boete gematigd tot nihil, met de verplichting voor de officier van justitie om het teveel betaalde bedrag van € 109,- terug te betalen aan betrokkene.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer.: 11174167 \ MB VERZ 24-823
CJIB-nummer: 3062 5422 5552 9220
uitspraakdatum: 4 november 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [betrokkene]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 november 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is ook verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: handelen ism een geslotenverklaring voor alle motorvoertuigen: bord C12 op de Houtmarkt (richting oude Vest) te Breda op 26 januari 2023 om 11:40 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene en diens vader (gehandicapt – mist een been, kan niet goed meer lopen en ernstig ziek) waren 26 januari jl. in Breda en genoodzaakt om een horecagelegenheid te zoeken in verband met het feit dat de vader van betrokkene naar het toilet moest. Omdat zij nabij deze locatie waren zijn zij gestopt in de geslotenverklaring om daar zo snel mogelijk naar het toilet te gaan. De auto is direct daarna vetrokken en er was sprake van een overmacht situatie met een 83-jarige hulpbehoevende man. Ter zitting heeft betrokkene hieraan toegevoegd dat hij niet bekend is in Breda en omdat hij bezig was met zijn hulpbehoevende vader niet door heeft gehad dat hij door de geslotenverklaring is gereden.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep deels gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Het dossier bevat een foto van de gedraging. De gedraging staat dan ook voldoende vast. Wegens de omstandigheden die betrokkene heeft aangevoerd in zijn beroepschrift heeft de zittingsvertegenwoordiger verzocht de sanctie te matigen tot de helft.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Dat wordt ook niet ontkend
De boete is in zoverre dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd wel aanleiding om de boete te matigen. Daarbij is van belang dat betrokkene ter zitting een uitgebreide toelichting heeft gegeven op de situatie. Wegens die specifieke omstandigheden zal de boete worden gematigd tot nihil.
Het beroep is gelet op de matiging gedeeltelijk gegrond. De beslissing van de officier van justitie zal worden gewijzigd. Het bedrag dat betrokkene te veel aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gedeeltelijk gegrond;
‒ wijzigt de beslissing van de officier van justitie in die zin dat de boete wordt gematigd tot nihil;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 109,-, dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier L.I.M. Appels, en in het openbaar uitgesproken op 4 november 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing , dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, postbus 90008, 4800 PA Breda Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: