ECLI:NL:RBZWB:2024:8629

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 november 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
11248027 MB VERZ 24-1048
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S. Speekenbrink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete ongegrond verklaard, gedraging staat vast

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het niet volgen van de voorsorteerstrook op een kruispunt op de Graaf Engelbertlaan te Breda op 7 december 2022. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 4 november 2024 was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn gemachtigde had verzocht om het volledige dossier en een termijn voor nadere motivering. De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. A. de Vreeze, heeft het verzoek om het beroep ongegrond te verklaren ondersteund, waarbij hij aanvoerde dat er geen aanvullende gronden in het dossier aanwezig waren. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging, zoals beschreven in de verklaring van de verbalisant, voldoende was onderbouwd en dat er geen reden was om aan de juistheid van deze verklaring te twijfelen.

De kantonrechter heeft geoordeeld dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen aanleiding was om de boete te matigen. Het beroep van de betrokkene werd ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gedaan door mr. S. Speekenbrink, bijgestaan door griffier L.I.M. Appels, en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 11248027 \ MB VERZ 24-1048
CJIB-nummer : 9062 5422 5454 9470
uitspraakdatum : 4 november 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 november 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: op een kruispunt niet de richting volgen die de voorsorteerstrook aangeeft op de Graaf Engelbertlaan te Breda op 7 december 2022 om 15:40 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepsschrift aangevoerd dat de verweten gedraging niet of niet verwijtbaar is verricht. Gemachtigde heeft verzocht hem het volledige dossier (alle processtukken inclusief correspondentie) toe te zenden en hem een termijn te verlenen voor nadere motivering van het beroep. Tot slot verzoekt gemachtigde verweerder te veroordelen tot het (doen) vergoeden van de door cliënt gemaakte proceskosten.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Er zitten geen aanvullende gronden in het dossier. Gemachtigde stelt enkel dat betrokkene de gedraging niet of niet verwijtbaar heeft verricht. Op basis van de verklaring van verbalisant uit het zaakoverzicht is er geen aanleiding om te twijfelen over de gedraging.

Overwegingen

De kantonrechter overweegt allereerst dat gemachtigde per aangetekende brief van 7 augustus 2024 het procesdossier is toegestuurd waarbij hem een termijn tot 5 september 2024 is verleend om gronden in te dienen. Tot op heden zijn geen nadere gronden ingediend zodat in deze zaak alleen sprake is van een niet onderbouwde ontkenning dat de gedraging is verricht.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in de enkele ontkenning geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard. Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier L.I.M. Appels, en in het openbaar uitgesproken op 4 november 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: