ECLI:NL:RBZWB:2024:8635

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 november 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
11003271 MB VERZ 24-338
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • S. Speekenbrink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens stilstaan op trottoir

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het stilstaan op een trottoir in Raamsdonkveer op 8 maart 2023. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna heeft de betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 4 november 2024 was de betrokkene niet aanwezig, maar zijn gemachtigde heeft het beroep ingediend. De gemachtigde voerde aan dat de gedraging niet had plaatsgevonden, omdat het trottoir niet herkenbaar was als zodanig. Dit werd onderbouwd met een schermopname van Google Maps en het verzoek om een proceskostenvergoeding en matiging van de sanctie wegens schending van de hoorplicht.

De zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. A. de Vreeze, verzocht het beroep ongegrond te verklaren. Hij stelde dat de betrokkene wisselende verklaringen had gegeven over zijn verkeersgedrag en dat de verklaring van de verbalisant voldoende bewijs bood voor de gedraging. De kantonrechter oordeelde dat de verklaring van de verbalisant voldoende grondslag bood voor de vaststelling van de gedraging en dat er geen reden was om aan de juistheid van deze verklaring te twijfelen. De boete werd daarom terecht opgelegd en het beroep werd ongegrond verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 11003271 \ MB VERZ 24-338
CJIB-nummer : 1062 5422 5651 0952
uitspraakdatum : 4 november 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 4 november 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Gemachtigde en betrokkene zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: stilstaan op het trottoir, voetpad, fietspad, fiets/bromfietspad of het ruiterpad (niet de rijbaan gebruiken) op de Touwbaan te Raamsdonkveer Gemeente Geertruidenberg op 8 maart 2023 om 15:29 uur.
Gemachtigde heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Betrokkene wordt verweten dat hij heeft stilgestaan op het trottoir. Betrokkene ontkent deze gedraging en geeft aan dat het trottoir niet herkenbaar was als trottoir. Dit blijkt mede uit het feit dat er naast het voertuig van betrokkene meer voertuigen geparkeerd staan. Kort na het opleggen van onderhavige sanctie zijn paaltjes geplaatst zodat er niet meer op deze plek geparkeerd kan worden. Gemachtigde heeft een schermopname van Google Maps toegevoegd aan het beroepschrift. Gemachtigde verzoekt om een proceskostenvergoeding en matiging van de sanctie wegens structurele schending van de hoorplicht.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Betrokkene heeft in het administratief beroep en het beroep bij de kantonrechter wisselende verklaringen gegeven voor zijn verkeersgedrag. In het administratief beroep heeft betrokkene aangevoerd dat hij vanwege een slechte rug zijn auto dichter bij de ingang had neergezet. In het beroep bij de kantonrechter heeft de gemachtigde aangevoerd dat het trottoir niet herkenbaar was als trottoir. Op foto’s van de gedraging is duidelijk sprake van een trottoir. Er waren parkeervakken aanwezig, maar betrokkene heeft er voor gekozen hier niet in te parkeren.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht.
In zaken op grond van de Wahv biedt de verklaring van de verbalisant in beginsel voldoende grondslag voor de vaststelling dat de gedraging is verricht. Dat is anders indien de betrokkene voor zijn zaak specifieke feiten en omstandigheden aanvoert, die aanleiding geven om te twijfelen aan de juistheid van die verklaring of indien dergelijke feiten en omstandigheden uit het dossier blijken.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd geen aanleiding om te twijfelen aan de verklaring van de verbalisant. Het dossier bevat foto’s van de gedraging. De gedraging staat voldoende vast.
De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S. Speekenbrink, kantonrechter, bijgestaan door de griffier L.I.M. Appels, en in het openbaar uitgesproken op 4 november 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 90008, 4800 PA Breda. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: