ECLI:NL:RBZWB:2024:8655

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
31 oktober 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
C/02/427718 / FA RK 24-4822
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Smits
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van betrokkene met psychogeriatrische aandoening

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 31 oktober 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van betrokkene, geboren in 1945. De rechtbank heeft de procedure opgestart na ontvangst van het verzoekschrift op 17 oktober 2024. Tijdens de mondelinge behandeling, die plaatsvond met gesloten deuren, zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder betrokkene zelf, zijn zoon, en zorgprofessionals zoals een casemanager en een huisarts.

Betrokkene heeft aangegeven dat hij niet naar een verzorgingstehuis wil en dat hij in staat is voor zichzelf te zorgen. Echter, zijn zoon en zorgprofessionals hebben zorgen geuit over de veiligheid en het welzijn van betrokkene, die lijdt aan gevorderde dementie en een bipolaire stoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene niet in staat is om voor zichzelf te zorgen en dat zijn gedrag leidt tot ernstig nadeel, waaronder verwaarlozing en gevaar voor zijn eigen veiligheid.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat opname en verblijf noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel te voorkomen. Betrokkene verzet zich tegen opname en dreigt met suïcide, maar de rechtbank heeft geen minder bezwarende alternatieven kunnen vinden. De machtiging tot opname en verblijf is verleend voor de duur van zes maanden, tot en met 30 april 2025. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door mr. Smits, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/427718 / FA RK 24-4822
Datum uitspraak: 31 oktober 2024
Beschikking rechterlijke machtiging
op het verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1945 in [geboorteplaats],
hierna te noemen betrokkene,
wonende te [plaats],
advocaat mr. R.T.K. Davidse te Middelburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 17 oktober 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 31 oktober 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, mr. R.T.K. Davidse;
  • mevrouw [naam 1], casemanager dementie;
  • de heer [naam 2], huisarts;
  • mevrouw [naam 3], wijkverpleegkundige;
  • de heer [naam 4], zoon.
1.3.
Tevens was de volgende persoon aanwezig, deze is echter niet gehoord:
- Mevrouw [naam 5], casemanager in opleiding.

2.Het verzoek

2.1.
Het CIZ verzoekt de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor de duur van zes maanden te verlenen.

3.De standpunten

3.1.
Betrokkene geeft aan dat het goed met hem gaat. Hij kan nog voor zichzelf zorgen en wil niet naar een verzorgingstehuis. Betrokkene dreigt suïcide te plegen als hij opgenomen wordt.
Daarnaast geeft betrokkene aan dat zijn enkele jaren geleden overleden echtgenote nooit last van hem heeft gehad. Betrokkene stelt verder dat zijn alcoholgebruik niets voorstelt.
3.2.
De zoon van betrokkene geeft aan dat in zijn optiek betrokkene niet meer zelfstandig kan wonen. Hij stelt dat de echtgenote van betrokkene het gedrag van betrokkene een tijd heeft kunnen verbloemen en dat hij denkt dat de echtgenote wel onder het gedrag van betrokkene geleden heeft. Verder vertelt de zoon dat het geldbedrag op de bankrekening van betrokkene sinds afgelopen zomer met ongeveer 3000 euro is verminderd. Het is voor de zoon onduidelijk waar betrokkene dit geld aan besteed heeft. Na een incident met een pan op het fornuis heeft de zoon het gas van het fornuis afgesloten.
3.3.
Volgens de casemanager van betrokkene kan betrokkene niet op de huidige manier thuis blijven wonen. Daarvoor is meer steun en begeleiding nodig, maar pogingen om betrokkene mee te nemen naar dagbesteding of een zorgboerderij worden door betrokkene afgeslagen. Ook thuisbegeleiding wordt door betrokkene niet geaccepteerd. Ze is bang dat het misgaat als betrokkene nog langer thuis blijft wonen en wil hem daarvoor behoeden. Betrokkene heeft niet adequaat gereageerd op het brandalarm en heeft niet in de gaten gehad dat het niet veilig was. De casemanager stelt dat rustige periodes en ontremde periodes elkaar afwisselen. De schade aan de frontale hersenkwab van betrokkene is duidelijk en is de oorzaak van het ontremde gedrag. De casemanager geeft verder ook aan dat er voor het overlijden van de echtgenote van betrokkene veel spanningen zijn geweest tussen betrokkene en zijn echtgenote. Bij de gemeente komen nu steeds meer meldingen binnen over betrokkene met betrekking tot zijn ontremde en seksistische gedrag en dat betrokkene er onverzorgd uit ziet.
3.4.
De huisarts bevestigt de diagnose van gevorderde dementie. Hij voegt daaraan toe dat betrokkene ook gekend is met een bipolaire stoornis en overmatig alcoholgebruik in het verleden. De slechte zelfzorg en het afvallen van betrokkene zijn medisch de voornaamste punten van zorg.
3.5.
De wijkverpleegkundige geeft aan dat ze betrokkene meer zorg willen bieden. Soms werkt betrokkene mee bij het uitvoeren van deze zorg, maar betrokkene wordt steeds vaker geagiteerd richting mensen. De collega’s van de wijkverpleegkundige durven niet te veel weerstand te bieden. Betrokkene is veel afgevallen, waardoor er besloten is om hem tijdens het middagmoment te helpen met eten. Ze hebben echter geen zicht op hetgeen betrokkene zelf koopt. Zo vonden ze enorm veel kaas waarbij de houdbaarheidsdatum was verstreken in de koelkast van betrokkene, wat door betrokkene nog gewoon gegeten werd. Tijdens de geplande zorgmomenten is betrokkene vaak ook niet thuis waardoor de verpleegkundige voor een dichte deur staat en betrokkene geen zorg kan ontvangen. De wijkverpleegkundige bevestigt ook dat het alcoholgebruik nog steeds waargenomen wordt door haar en haar collega’s.
3.6.
De advocaat van betrokkene bepleit namens betrokkene afwijzing van het verzoek. Betrokkene is het niet eens met het verzoek. Hij wil thuis blijven wonen. Betrokkene is het niet eens met de diagnose en is van mening dat er niets aan de hand is.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychogeriatrische aandoening. Bij betrokkene is er sprake van de ziekte van Alzheimer. Daarnaast ontbreekt het bij betrokkene aan ziektebesef of -inzicht.
4.3.
Het gedrag van betrokkene leidt als gevolg van deze aandoening tot ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige verwaarlozing;
- bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat betrokkene onder invloed van een ander raakt;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
4.4.
Betrokkene is gekend met een geheugenstoornis en is gedesoriënteerd in tijd en persoon. Daarnaast heeft betrokkene apraxie. Hij is niet voldoende in staat om voor zichzelf te zorgen en zijn eigen veiligheid te waarborgen. Toen het rookalarm afging heeft betrokkene enkel propjes in zijn oren gedaan tegen het harde geluid, zonder te beseffen dat hij in een mogelijk onveilige situatie verkeerde. Betrokkene vergeet steeds vaker dat zijn echtgenote is overleden en hij is haar dan ‘kwijt’. Er komen in toenemende mate meldingen binnen over betrokkene en zijn gedrag. Betrokkene laat als grap de politie komen met het dreigement dat hij de markt zal laten branden met behulp van een emmer benzine. Betrokkene besteedt veel geld, het is voor zijn omgeving echter onduidelijk waar dat naartoe gaat. Betrokkene heeft 24 uurs zorg nodig.
4.5.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Betrokkene verzet zich hiertegen. Hij dreigt met suïcide wanneer er over een opname gesproken wordt
4.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Betrokkene accepteert regelmatig geen zorg van de wijkverpleging en weigert dagbesteding. Daarnaast zijn de kinderen van betrokkene ook niet in staat om hem verder te ondersteunen.

5.De beslissing

De rechtbank:
5.1.
verleent een machtiging tot opname en verblijf voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1945 in [geboorteplaats];
5.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
30 april 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2024 door mr. Smits, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier en op schrift gesteld op 14 november 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.