ECLI:NL:RBZWB:2024:8658

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 november 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
C/02/427292 / FA RK 24-4617
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Bethlehem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in het kader van zorg voor betrokkene met psychogeriatrische aandoening

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 4 november 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een betrokkene, geboren in 1943. De rechtbank heeft de procedure opgestart na ontvangst van het verzoekschrift op 4 oktober 2024, gevolgd door een mondelinge behandeling op 17 oktober 2024, waarbij de behandeling werd aangehouden in afwachting van een recente medische verklaring. Tijdens de mondelinge behandeling op 4 november 2024 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, zijn advocaat, en zorgprofessionals. De betrokkene heeft aangegeven dat hij zich nog kan organiseren, ondanks zijn diagnose van Alzheimer, en dat hij problemen ondervindt met zijn identiteitspapieren en financiële situatie. De advocaat van de betrokkene pleitte voor afwijzing van het verzoek, terwijl de behandelaar van de betrokkene aangaf dat hij ondersteuning nodig heeft en dat zijn woning onbewoonbaar is verklaard. De rechtbank heeft uiteindelijk besloten om de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden te verlenen, omdat de betrokkene lijdt aan een psychogeriatrische aandoening en er ernstig nadeel dreigt als gevolg van zijn situatie. De rechtbank concludeert dat opname en verblijf noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel te voorkomen, en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. De beschikking is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/427292 / FA RK 24-4617
Datum uitspraak: 4 november 2024
Beschikking rechterlijke machtiging
op het verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1943 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat mr. S. Köller te Wijk bij Duurstede.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
  • het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 4 oktober 2024;
  • het proces verbaal van de mondelinge behandeling van 17 oktober 2024;
  • de medische verklaring van 21 oktober 2024.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling van het verzoek op 17 oktober 2024 is besloten om de verdere behandeling aan te houden tot de zitting van 4 november 2024 in afwachting van een recente medische verklaring.
1.3.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft vervolgens plaatsgevonden op 4 november 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, mr. S. Köller;
  • de heer [naam 1] , specialist ouderengeneeskunde, behandelaar;
  • mevrouw [naam 2] , maatschappelijk werker, aanvrager;
  • mevrouw [naam 3] , mentor.
1.4.
Tevens was de volgende persoon aanwezig, deze is echter niet gehoord:
- mevrouw [naam 4] , maatschappelijk werker.

2.Het verzoek

2.1.
Het CIZ verzoekt de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor de duur van zes maanden te verlenen.

3.De standpunten

3.1.
Betrokkene stelt dat hij zich nog kan organiseren en zijn plan kan trekken. Hij zou dan wel de ziekte van Alzheimer hebben, maar dat kan iedereen krijgen en daar is geen medicatie voor. Betrokkene geeft aan problemen te hebben met betrekking tot zijn identiteitspapieren en zijn pinpas, deze laatste heeft hij helemaal niet meer. Dit baart hem zorgen. Hij heeft hard gewerkt voor zijn pensioen en nu kan hij niet bij zijn geld. Betrokkene is bezig een aannemer in de hand te nemen om zijn woning te herstellen. Betrokkene heeft een vriendin die hem in de thuissituatie zou kunnen helpen zodat hij niet alleen is met het halen van boodschappen of het klaarmaken van maaltijden.
3.2.
De advocaat van betrokkene bepleit afwijzing van het verzoek. Hoewel er nu een uitgebreide medische verklaring ligt met toelichting, is er nog steeds te weinig informatie met betrekking tot de financiële situatie en de woning van betrokkene. Hierdoor is ook niet te zeggen dat betrokkene niet op verantwoorde wijze terug naar huis kan. Subsidiair pleit de advocaat voor een kortere duur van de zorgmachtiging zodat de situatie rondom de financiën en de woning beter in kaart gebracht kan worden en vervolgens bekeken kan worden of een zorgmachtiging dan nog nodig is.
3.3.
De behandelaar van betrokkene geeft aan dat het goed gaat met betrokkene en dat hij nu voeding en verzorging krijgt. Betrokkene moet daartoe wel geactiveerd worden. Het huis van betrokkene is onbewoonbaar verklaard en de mensen rondom betrokkene denken dat hij niet meer thuis kan wonen. De thuiszorg heeft bovendien gezegd niet meer bij betrokkene langs te willen komen, omdat de situatie te onhygiënisch is. Uit de recente medische verklaring volgt dat bij betrokkene mogelijk sprake is van syndroom van Korsakov of beginnende Alzheimer dementie. De behandelaar merkt hierover op dat het ook mogelijk is dat betrokkene lijdt aan beide stoornissen.
3.4.
De aanvrager van het verzoek geeft aan zelf ook geen zicht te hebben op de staat van de woning van betrokkene. De kleinzoons van betrokkene verklaren echter wel dat het onbewoonbaar is en een koophuis wordt door de gemeente niet zonder goede reden onbewoonbaar verklaard. Afgaande op de foto’s wil de aanvrager betrokkene niet terug sturen naar die situatie. Betrokkene kan overgeplaatst worden naar speciale zorgwoningen, van waaruit de komende maanden beoordeeld kan worden op welke locatie betrokkene gelet op de uit de recente medische verklaringe gestelde diagnose op zijn plaats is. Wellicht kan betrokkene als er duidelijkheid is verstrekt over bepaalde zaken in de toekomst weer naar huis, al ziet de aanvrager op dit moment niet in hoe.

4.De beoordeling

4.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
4.2.
De rechtbank is van oordeel dat uit de recent opgemaakte medische verklaring blijkt dat betrokkene lijdt aan een psychogeriatrische aandoening. Betrokkene heeft namelijk een uitgebreide neurocognitieve stoornis door multipele oorzaken. Het ontbreekt betrokkene aan ziektebesef of -inzicht.
4.3.
Het gedrag dat voortvloeit uit deze aandoening leidt tot ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang.
4.4.
Bij betrokkene zijn gedragsstoornissen aanwezig, evenals confabulaties. Daarnaast is er ook sprake van stoornissen in het voeren van de regie over het eigen leven. Het performaal functioneren van betrokkene blijkt onvoldoende, met name bij complexe zaken zoals het regelen van onderhoud aan zijn eigen woning. Daardoor is sprake van een verwaarloosde thuissituatie, waarbij betrokkene zelf zijn woning fors heeft vervuild. Deze is daardoor onbewoonbaar verklaard. Betrokkene is wankel op zijn benen en is in het ziekenhuis opgenomen geweest vanwege somatisch letsel als gevolg van diverse valpartijen. Betrokkene eet slecht en eenzijdig en is passief in de basisbehoeften. Zo heeft hij onder meer sturing nodig met betrekking tot persoonlijke hygiëne.
4.5.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Betrokkene verzet zich hiertegen. Betrokkene geeft aan terug te willen keren naar zijn oude woning om daar zijn leven weer op te pakken. Betrokkene blijft overplaatsing naar een passende plaats binnen de verpleeghuissector steeds verbaal weigeren.
4.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. De woning van betrokkene is door de forse vervuiling onbewoonbaar verklaard door de gemeente Sluis . Betrokkene kan dus niet naar huis. De mate van zorg is bovendien niet thuis te organiseren.

5.De beslissing

De rechtbank:
- verleent een machtiging tot opname en verblijf voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1943 in [geboorteplaats] ;
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
4 mei 2025.
Deze beschikking is gegeven door mr. Bethlehem, rechter, en in het openbaar uitgesproken op 4 november 2024, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.