Op 4 november 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van betrokkene, geboren in 1943, in een verpleeghuis. De rechtbank heeft de procedure op 18 oktober 2024 gestart met het indienen van het verzoekschrift. Tijdens de mondelinge behandeling, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn betrokkene, zijn advocaat mr. J.E.S. de Rechter, en zijn behandelend arts gehoord. Betrokkene verblijft op dat moment in verpleeghuis Ter Reede en heeft eerder een machtiging tot voortzetting van inbewaringstelling gekregen tot 1 november 2024.
De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan de ziekte van Alzheimer en geen ziektebesef of -inzicht heeft. Dit leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. Betrokkene is niet in staat om voor zichzelf te zorgen en heeft 24-uurs zorg, begeleiding en toezicht nodig. De rechtbank oordeelt dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat opname in het verpleeghuis noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid tot verlenging. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met het rechtsmiddel van cassatie open tegen deze beslissing.