ECLI:NL:RBZWB:2024:8659

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
4 november 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
C/02/427779 / FA RK 24-4854
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Bethlehem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf in verpleeghuis voor betrokkene met Alzheimer

Op 4 november 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van betrokkene, geboren in 1943, in een verpleeghuis. De rechtbank heeft de procedure op 18 oktober 2024 gestart met het indienen van het verzoekschrift. Tijdens de mondelinge behandeling, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn betrokkene, zijn advocaat mr. J.E.S. de Rechter, en zijn behandelend arts gehoord. Betrokkene verblijft op dat moment in verpleeghuis Ter Reede en heeft eerder een machtiging tot voortzetting van inbewaringstelling gekregen tot 1 november 2024.

De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan de ziekte van Alzheimer en geen ziektebesef of -inzicht heeft. Dit leidt tot ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing. Betrokkene is niet in staat om voor zichzelf te zorgen en heeft 24-uurs zorg, begeleiding en toezicht nodig. De rechtbank oordeelt dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat opname in het verpleeghuis noodzakelijk is om het ernstig nadeel te voorkomen.

De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden, met de mogelijkheid tot verlenging. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met het rechtsmiddel van cassatie open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/427779 / FA RK 24-4854
Datum uitspraak: 4 november 2024
Beschikking rechterlijke machtiging
op het verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1943 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat mr. J.E.S. de Rechter te Hulst.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 18 oktober 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 4 november 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, mr. J.E.S. de Rechter;
  • de heer [naam 1] , arts, behandelaar;
  • de heer [naam 2] , zoon.
1.3.
Tevens waren de volgende personen aanwezig, zij zijn echter niet gehoord:
  • mevrouw [naam 3] , verpleegkundige;
  • mevrouw [naam 4] , leerling verzorgende;
  • mevrouw [naam 5] , coördinerend verzorgende.

2.Wat vaststaat

2.1.
De rechtbank heeft een machtiging tot voortzetting inbewaringstelling verleend tot en met 1 november 2024. Betrokkene verblijft op grond van de nawerking van deze machtiging in verpleeghuis Ter Reede. [1]

3.Het verzoek

3.1.
Het CIZ verzoekt de rechtbank een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf voor de duur van zes maanden te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene geeft aan geen mening te hebben over het voorliggende verzoek. Dat is, sinds hij opgenomen is, in de loop der tijd weggezakt. Betrokkene vertelt wel goed te worden verzorgd in de accommodatie.
4.2.
De advocaat van betrokkene stelt dat betrokkene het afgesloten zijn van de buitenwereld als moeizaam ervaart. Hij is nog erg vitaal en loopt vlot. De drang om te lopen bestaat en dat vindt betrokkene prettig om te doen. De advocaat refereert zich aan het oordeel van de rechtbank.
4.3.
De behandelaar van betrokkene geeft aan dat betrokkene nog steeds onrustig is op de afdeling omdat hij daar eigenlijk niet wil zijn. Het liefst gaat betrokkene terug naar huis. Sinds de opname is bij betrokkene wel achteruitgang geconstateerd. Een rechterlijke machtiging is volgens de behandelaar noodzakelijk omdat betrokkene niet meer voor zichzelf kan zorgen, maar dit zelf niet inziet. Mocht betrokkene zijn eigen plan gaan trekken buiten de accommodatie dan is de kans op het ernstig nadeel erg groot.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychogeriatrische aandoening. Betrokkene lijdt namelijk aan de ziekte van Alzheimer. Daarbij heeft betrokkene geen ziektebesef of -inzicht.
5.3.
Het gedrag dat voortvloeit uit deze aandoening leidt tot ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
5.4.
Betrokkene is door de psychogeriatrische stoornis niet langer in staat om voor zichzelf te zorgen. Er is sprake van stoornissen in het korte- en langetermijngeheugen, desoriëntatie in tijd en plaats en stoornissen in het executief functioneren. Betrokkene neemt geen initiatief meer en heeft aansturing en begeleiding nodig van een ander. De echtgenote van betrokkene wordt door betrokkene niet meer herkend als gevolg waarvan betrokkene jegens haar en ook zijn zoons agressie uit.
5.5.
De opname en het verblijf zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Betrokkene verzet zich hiertegen. Betrokkene zoekt structureel de uitgang van de accommodatie en is op zoek naar zijn thuis.
5.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Betrokkene is gebaat bij 24-uurs zorg, begeleiding en toezicht in de nabijheid. Hij kan niet terugkeren naar de thuissituatie, onder meer vanwege de beperkte belastbaarheid van zijn echtgenote. Daarnaast wonen de zoons van betrokkene op grote afstand. Betrokkene is in de thuissituatie bovendien zorgmijdend.

6.De beslissing

De rechtbank:
- verleent een machtiging tot opname en verblijf voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1943 in [geboorteplaats] ;
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
4 mei 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 4 november 2024 door mr. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier en op schrift gesteld op 18 november 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Voetnoten

1.Art. 48 lid 1 onder b Wzd.