ECLI:NL:RBZWB:2024:866
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- J. van Triest
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening betreffende het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning in het kader van een geregistreerd partnerschap
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 januari 2024 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende voorlopige voorzieningen. De vrouw verzocht om het uitsluitend gebruik van de echtelijke woning, terwijl de man verweer voerde en ook het gebruik van de woning claimde. De vrouw stelde dat de spanning in de woning niet langer te dragen was en dat zij geen alternatieven had voor huisvesting. De man voerde aan dat hij medische problemen had en niet in zijn camper kon wonen. De rechtbank heeft de belangen van beide partijen afgewogen en geconcludeerd dat het belang van de vrouw bij het gebruik van de woning zwaarder weegt. De rechtbank heeft daarom bepaald dat de vrouw gerechtigd is tot het gebruik van de echtelijke woning en heeft de man bevolen deze te verlaten. Het verzoek van de vrouw om een onderhoudsbijdrage van € 1.000,- per maand werd afgewezen, omdat de man geen draagkracht bleek te hebben. De beschikking is openbaar uitgesproken door mr. J. van Triest, in aanwezigheid van griffier mr. Oude Weernink.