In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 november 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1957. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat mr. S. Köller, en verschillende zorgverleners zijn gehoord.
De betrokkene verblijft in een crisisopvang en heeft eerder vrijwillig ingestemd met opname, maar vertoont nu agressief gedrag en weigert medicatie. De behandelende artsen hebben geconstateerd dat de betrokkene lijdt aan een bipolaire-stemmingsstoornis en dat er een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel bestaat, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. De rechtbank heeft vastgesteld dat de situatie zo ernstig is dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
De rechtbank heeft de gevraagde machtiging verleend en de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft echter expliciet bepaald dat het plaatsen van een tentbed niet onder de noemer 'insluiten' valt, omdat er onvoldoende informatie is om de effecten hiervan te beoordelen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.