ECLI:NL:RBZWB:2024:8664

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 november 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
C/02/428512 / FA RK 24-5200
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Borm
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van crisismaatregel in het kader van geestelijke gezondheidszorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 november 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1957. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat mr. S. Köller, en verschillende zorgverleners zijn gehoord.

De betrokkene verblijft in een crisisopvang en heeft eerder vrijwillig ingestemd met opname, maar vertoont nu agressief gedrag en weigert medicatie. De behandelende artsen hebben geconstateerd dat de betrokkene lijdt aan een bipolaire-stemmingsstoornis en dat er een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel bestaat, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. De rechtbank heeft vastgesteld dat de situatie zo ernstig is dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.

De rechtbank heeft de gevraagde machtiging verleend en de noodzakelijke vormen van verplichte zorg vastgesteld, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft echter expliciet bepaald dat het plaatsen van een tentbed niet onder de noemer 'insluiten' valt, omdat er onvoldoende informatie is om de effecten hiervan te beoordelen. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/428512 / FA RK 24-5200
Datum uitspraak: 14 november 2024
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1957 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat mr. S. Köller te Wijk bij Duurstede.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 13 november 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 14 november 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat, mr. S. Köller;
  • mevrouw [naam 1] , assistent psychiatrie, behandelaar;
  • [naam 2] , verpleegkundige.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in [accommodatie]. De burgemeester van Goes heeft de crisismaatregel op 10 november 2024 genomen.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene geeft aan dat ze in eerste instantie vrijwillig is opgenomen omdat zij bedreigd werd thuis. Ze vind het niet erg om nog langer op de afdeling te verblijven, maar dan wil ze wel haar telefoon en haar contactenboekje. Betrokkene stelt al 21 keer opgenomen te zijn geweest bij [accommodatie] en normaal een hele goede begeleider te hebben. Betrokkene heeft haar buurman als mentor aangewezen, maar dit moet nog door de rechtbank beoordeeld worden. Betrokkene ontkent de medepatiënten wakker te hebben gehouden ’s nachts en noemt de aanwezige hulpverleners een ‘nep-arts’ en een ‘nep-verpleger’.
4.2.
De behandelaar van betrokkene geeft aan dat betrokkene op de afdeling verbaal agressief is en kwaad spreekt over andere mensen. Betrokkene gooide een bekertje naar verzorgende en zoekt door haar gedrag agressie op. Zo is er sprake van forse slapenloosheid, waarbij betrokkene klopt op de deuren van medepatiënten. De bereidheid van betrokkene om medicatie in te nemen is sterk fluctuerend waardoor het soms noodzakelijk is om het in een verplicht kader toe te dienen. Het insluiten wordt verzocht omdat de behandelaar betrokkene in een tentbed willen laten slapen. Dit is een prikkelarme omgeving waar betrokkene niet zelfstandig uit kan. Het tentbed wordt door de behandelaar gezien als een alternatief voor de EBK, waar ze betrokkene niet willen laten slapen omdat het bed dat daar staat slecht zou zijn voor haar rug. Er wordt ingezet om betrokkene naar de IC te verplaatsen om beter toezicht te kunnen houden. Op dit moment is er echter nog geen ruimte voor betrokkene. In de thuissituatie weigerde betrokkene haar medicatie, welke noodzakelijk is om haar toestandsbeeld te stabiliseren. Betrokkene woont alleen en haar dochter is niet in staat om de rol als mantelzorger op haar te nemen. Daarbij komt dat betrokkene selectief is in het toelaten van de zorg in haar woning.
4.3.
De advocaat van betrokkene stelt dat betrokkene het helemaal niet eens is met het verzoek omdat er in haar visie geen sprake is van een stoornis, betrokkene niet manisch is en er geen gevaar bestaat. Hierdoor is er volgens betrokkene geen reden voor haar om opgenomen te worden. Betrokkene wil vrijwillig opgenomen worden en wil zelf bepalen wanneer ze weg kan. Hoewel de advocaat geen verweer voert tegen de stoornis, struikelt ze wel over het verzoek om het tentbed toe te wijzen. Ze kan de noodzakelijkheid van insluiten wel zien, maar dat moet dan wel op de officiële manieren gebeuren. Ze vind een tentbed een erg vergaande en disproportionele oplossing voor een prikkelarme omgeving en voorziet problemen met betrekking tot het gebruik van de toilet als betrokkene hier gebruik van moet maken. Het zou dan beter zijn om een comfortabel bed in de EKB te zetten voor betrokkene. De advocaat stelt dat voor het tentbed een nieuw verzoek ingediend zou moeten worden zodat iedereen zich er in kan verdiepen en vraagt derhalve de rechtbank om, bij toewijzing van insluiten, expliciet het gebruik van een tentbed uit te sluiten.
4.4.
De verpleegkundige geeft aan dat het doel van het tentbed niet is om betrokkene in te sluiten, maar slechts om haar in een prikkelarme omgeving te laten slapen. Het is echter wel een vorm van insluiting omdat betrokkene er niet zelfstandig uitkomt en er niet kan worden gezien of ze er uit wil. Betrokkene moet beschermd worden tegen zichzelf en tegen de medepatiënten. De verpleegkundige kan zich vinden in hetgeen de advocaat zegt met betrekking tot het tentbed, maar benoemt dat er wordt gekeken naar andere oplossingen omdat betrokkene op dit moment niet naar de IC kan en het op de afdeling niet langer houdbaar is. Er wordt wel ingezet op een zo snel mogelijke overplaatsing naar de IC.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.3.
Bij betrokkene is er sinds enkele dagen sprake van ontregeling. Aanvankelijk was dit in de vorm van een hypomane episode, welke is doorgeschoten naar een forse manische ontregeling. Betrokkene weigerde haar anti-psychotische of stemmingsstabiliserende medicatie. Het overlijden van haar broer en de daarop volgende slaapdeprivatie zijn vermoedelijk luxerende factoren geweest. Betrokkene ervaart spreekdrang, waarbij ze niet te corrigeren is en agitatie snel oploopt. Daarnaast is ze verhoogd associatief en inhoudelijk zijn er grootsheidwanen. Verder is betrokkene labiel in effect en ook daarbij snel en fors geagiteerd, waarbij zij de verpleging bedreigt, een bedreigende houding aanneemt, scheldt en de dienstdoende arts een duw heeft gegeven. Betrokkene heeft in de thuissituatie aangegeven een bijl bij de voordeur te hebben liggen en deze te zullen gebruiken bij een hulpverlener.
5.4.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk bipolaire-stemmingsstoornissen. Bij betrokkene is er sprake van bipolaire-I-stoornis en manische ontregeling. Daarnaast ontbreekt het betrokkene aan ziekte-inzicht.
5.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
5.6.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten, hieronder valt expliciet niet het plaatsen van een tentbed;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
5.7.
De rechtbank oordeelt dat het plaatsen van een tentbed niet mag worden verplicht onder de noemer ‘insluiten’. Er is op dit moment onvoldoende informatie om de effecten hiervan, zowel positief als negatief, te kunnen beoordelen.
5.8.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg. Betrokkene is in eerste instantie vrijwillig opgenomen, maar sindsdien is er geen bereidheid tot verblijf en een wisselend motivatie voor medicatie.
5.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.10.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1957 in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de maatregelen zoals genoemd in paragraaf 5.6 kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
5 december 2024;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2024 door mr. Borm, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier en op schrift gesteld op 20 november 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.