ECLI:NL:RBZWB:2024:8674

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 november 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
C/02/428816 / FA RK 24-5352
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Van Dun
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van crisismaatregel in het kader van psychische zorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 19 november 2024 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1999. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken. De rechtbank heeft de procedure gevoerd met gesloten deuren, waarbij de betrokkene in isolatie verbleef en niet gehoord wilde worden. De advocaat van de betrokkene heeft namens hem een standpunt ingenomen, maar kon dit niet verder onderbouwen omdat hij betrokkene niet had kunnen spreken.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. De betrokkene vertoonde mutisme en had moeite met het innemen van medicatie. Er waren incidenten voorgevallen die leidden tot zijn isolatie, en er werd vermoed dat zijn gedrag voortkwam uit een psychische stoornis, specifiek een schizofreniespectrumstoornis.

De rechtbank oordeelde dat de gevraagde vormen van verplichte zorg noodzakelijk waren om het dreigende nadeel af te wenden. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel werd verleend, met de mogelijkheid tot het toepassen van verschillende vormen van zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beschikking werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/428816 / FA RK 24-5352
Datum uitspraak: 19 november 2024
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1999 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat mr. Z. Yeral te Roosendaal.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 18 november 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 20 november 2024. Bij aanvang van de mondelinge behandeling bleek betrokkene in isolatie. Dus zijn de rechtbank, de advocaat van betrokkene en de behandelaar naar betrokkene toegegaan. Betrokkene zat in de isolatieruimte met zijn handen over zijn oren en voor zijn mond. Desgevraagd gaf hij echter wel aan voorlopig nog bij [ggz-instelling] te willen blijven, maar niet met de rechter te willen praten omdat hij zei de rechter niet te vertrouwen. De advocaat van betrokkene mocht van betrokkene een standpunt namens hem innemen. Daarna hield hij zijn handen weer strak over zijn oren en voor zijn mond. De rechtbank heeft daarop geconcludeerd dat betrokkene kennelijk niet gehoord wilde worden.
1.3.
De mondelinge behandeling van het verzoek is vervolgens buiten aanwezigheid van betrokkene in een andere ruimte voortgezet, waarbij zijn gehoord:
  • de advocaat van betrokkene, mr. Z. Yeral;
  • de heer [naam 1] , psychiater, behandelaar.
Tevens waren daarbij de volgende personen aanwezig, maar zijn niet gehoord:
  • mevrouw [naam 2] , co-assistent;
  • [naam 3] , verpleegkundige.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in [ggz-instelling]. De burgemeester van Rucphen heeft de crisismaatregel op 17 november 2024 genomen.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
De behandelaar van betrokkene geeft aan dat alle vormen verzochte vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om betrokkene te kunnen behandelen.
4.2.
De advocaat van betrokkene heeft betrokkene niet kunnen spreken. Op grond van het dossier concludeert de advocaat dat betrokkene zich verzet. Om die reden bepleit de advocaat afwijzing van het verzoek. Hij kan dit verder niet onderbouwen.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- levensgevaar;
- ernstige psychische schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is voorts gebleken dat betrokkene niet of moeilijk in contact is. Hij is een aantal uur mutistisch geweest en ook het innemen van orale medicatie lukt niet. Betrokkene is zichzelf niet nadat hij een aanvaring heeft gehad met zijn schoonvader, deze heeft hij een duw of een klap gegeven. Bij [ggz-instelling] is voorts een incident voorgevallen waardoor betrokkene in isolatie moet verblijven. Er is sprake geweest van achterdocht en betrokkene heeft zijn moeder ondervraagd middels een kruisverhoor.
5.4.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Betrokkene heeft blijkens de overgelegde medische verklaring namelijk schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en overige DSM-5 stoornissen. Betrokkene toont een katatoon, met een mogelijk daar onderliggend toestandsbeeld.
5.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
5.6.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
5.7.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg. Het is onduidelijk of betrokkene informatie binnenkrijgt. Betrokkene is op dit moment wilsonbekwaam vanwege het katatoon toestandsbeeld.
5.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.9.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1999 in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de maatregelen zoals genoemd in paragraaf 5.6 kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
10 december 2024.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 19 november 2024 door mr. Van Dun, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier en op schrift gesteld op 26 november 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.