ECLI:NL:RBZWB:2024:8676

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
25 november 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
C/02/429027 / FA RK 24-5466
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Bethlehem
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van crisismaatregel in het kader van psychische stoornis

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 25 november 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1961. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij verschillende betrokkenen, waaronder de betrokkene zelf en zijn advocaat, zijn gehoord. De betrokkene verblijft in een crisisafdeling en heeft te maken met een psychische stoornis, vermoedelijk veroorzaakt door medicatie die hij ontvangt voor een spierziekte. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder ernstig lichamelijk letsel en psychische schade, en dat de betrokkene onvoorspelbaar gedrag vertoont. De rechtbank heeft geoordeeld dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend, met de mogelijkheid tot insluiten en uitoefenen van toezicht. De rechtbank benadrukt dat deze zorgvormen slechts als ultimum remedium toegepast dienen te worden. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/429027 / FA RK 24-5466
Datum uitspraak: 25 november 2024
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1961 in [geboorteplaats],
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats],
advocaat mr. Z. Yeral te Roosendaal.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 22 november 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 25 november 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, mr. Z. Yeral;
  • de heer [naam 1], psychiater, behandelaar;
  • de heer [naam 2], arts-assistent;
  • mevrouw [naam 3], verpleegkundig specialist;
  • echtgenote van betrokkene;
  • zoon van betrokkene.
1.3.
Tevens waren de volgende personen aanwezig, deze zijn echter niet gehoord:
  • dochter van betrokkene;
  • [naam 4], verzorgende.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in [ggz-instelling]. De burgemeester van Bergen op Zoom heeft de crisismaatregel op 21 november 2024 genomen.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene geeft aan dat het niet zo goed met hem gaat. Hij raakt overprikkeld door de drukte die er heerst op de afdeling. Hij heeft tijdens een fietsongeluk, ongeveer twee jaar geleden, niet-aangeboren hersenletsel opgelopen. Dat, in combinatie met de spierziekte van betrokkene maakt het dat betrokkene lastig te behandelen is voor neurologen. Betrokkene erkent vaak ‘s nachts uit bed te gaan, maar geeft aan dat dit is om te plassen en niet om te gaan werken. Dit is volgens betrokkene een bijwerking van de prednison. Betrokkene stelt daarnaast dat de escalatie thuis niet in de juiste context wordt weergegeven.
4.2.
De echtgenote vertelt dat betrokkene in het ziekenhuis opgenomen is geweest in verband met onder meer slikklachten en moeilijkheden in de ademhaling. Dit komt waarschijnlijk door zijn spierziekte. Hiervoor heeft betrokkene medicatie ontvangen. Na ontslag uit het ziekenhuis vertoonde betrokkene weer snel ongeremd en gestrest gedrag. Ook geeft ze aan dat betrokkene ‘s nachts uit bed gaat om te werken. Ze begrijpt dat hij het ’s nachts doet, omdat er dan weinig prikkels zijn, maar wenselijk is het niet. De laatste tijd is de situatie thuis volgens de echtgenote erger geworden. Betrokkene ervaart machteloosheid, woede en verlangt dingen van haar en de kinderen die echt niet kunnen. Na driemaal hulp te hebben ingeroepen is nu een crisismaatregel ingezet omdat het weer misging. De spierziekte van betrokkene en het hersenletsel hebben niets met elkaar te maken. De spierziekte blijkt al langer aan het sluimeren geweest te zijn, maar door het hersenletsel raakt betrokkene snel overprikkeld waardoor hij niet goed functioneert in drukke omgevingen.
4.3.
De zoon van betrokkene stelt dat de laatste weken dat betrokkene thuis was al niet vol te houden waren. Zowel hij, als zijn moeder en zijn zus hebben zich ziekgemeld van werk om voor betrokkene te kunnen zorgen. Betrokkene is urenlang tegen hen aan het schreeuwen geweest en de zoon heeft hem vast moeten houden om verdere escalatie te voorkomen.
4.4.
De arts-assistent geeft aan dat betrokkene in eerste instantie na een lang gesprek vrijwillig is opgenomen. Betrokkene is ambivalent ten aanzien van zijn wil om in de instelling te verblijven. Er is naar drie ziekenhuizen gebeld of zij betrokkene op willen nemen, omdat dat een betere plek is voor de behandeling van betrokkene dan de crisisafdeling waar hij nu verblijft. Betrokkene verblijft in een prikkelarme kamer, maar dat is ook niet helemaal passend. Door de spierziekte kan betrokkene niet op de reguliere wijze behandeld worden. De antipsychotica is gecontra-indiceerd aan de spierziekte waaraan betrokkene lijdt. Vermoed wordt dat de prednison die betrokkene krijgt om de gevolgen van de spierziekte tegen te gaan de oorzaak is van de psychose. De arts-assistent vertelt dat de behandeling van betrokkene ziet op het afbouwen van de prednison. Dat moet onder toezicht gebeuren, omdat het gepaard kan gaan met bloeddrukschommelingen. Daarnaast is het onduidelijk of de psychose weg is wanneer er volledig afgebouwd is, of dat deze nog een periode na-ebt. Het feit dat de stoornis medicatie-geïnduceerd is neemt niet weg dat betrokkene lijdt aan een stoornis. De psychose is nog immer aanwezig. Er zal bovendien beoordeeld moeten worden of betrokkene goed kan leven zonder prednison. Gesteld wordt dat het mogelijk is dat het laten voortduren van de behandeling met prednison, met de daarbij behorende gevolgen, het minste van twee kwaden is.
4.5.
De behandelaar ziet dat het op deze locatie niet goed gaat met betrokkene omdat hij op een onrustige afdeling zit en erkent dat het misschien wel slechter gaat nu betrokkene daar zit. Ze krijgen hem alleen niet geplaatst in een normaal ziekenhuis. Veelal vanwege de lopende crisismaatregel, maar ook vanwege capaciteitsproblemen. De vraag is dus of betrokkene zonder crisismaatregel wel opgenomen wordt in een normaal ziekenhuis. Het is echter geen optie dat betrokkene nu naar huis gaat. Een vrijwillig verblijf in de instelling is ook lastig omdat er dan door de behandelaar niet ingegrepen kan worden op het moment dat het misgaat. Betrokkene heeft namelijk op zijn kamer eerder al agressie vertoond. De behandelaar kan niet vastpinnen waardoor dat komt. De behandelaar geeft ook aan dat de oorzaak van de psychische stoornis voor hem irrelevant is. Het feit dat betrokkene de psychose heeft en deze nog steeds aanwezig is, is voor hem doorslaggevend in de behandeling. Met betrekking tot de verzochte vormen van verplichte zorg stelt de behandelaar al het verzochte nodig te hebben, op het toedienen van vocht en voeding en het verrichten van andere medische behandelingen en therapeutische maatregelen na. Het insluiten en het uitoefenen van toezicht wordt noodzakelijk geacht omdat betrokkene nog erg onvoorspelbaar is.
4.6.
De advocaat van betrokkene bepleit namens betrokkene primair afwijzing van het verzoek. De stoornis van betrokkene komt blijkbaar door de medicatie die hem toegediend wordt. Volgens de advocaat is er derhalve geen stoornis in de zin van de Wvggz. Dit ook omdat bekend is dat prednison psychische problemen kan veroorzaken. Subsidiair bepleit de advocaat afwijzing omdat er geen sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Betrokkene heeft voor al zijn gedragingen een verklaring. Als iemand vijfmaal per uur naar de toilet moet, dan is het logisch dat je geagiteerd raakt. Dat is bij ieder mens het geval. Meer subsidiair denkt de advocaat dat een thuisbehandeling mogelijk kan zijn en dat daar dus voor gekozen dient te worden. Het insluiten en uitoefenen van toezicht dienen daarom ook afgewezen te worden.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige financiële schade;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
5.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat betrokkene toenemend psychotisch is. Betrokkene slaapt weinig en is onrustig in het bewegen en spreken. Daarnaast toont betrokkene zich angstig en wantrouwend. Tijdens het bizarre gedrag dat betrokkene vertoont is hij niet te corrigeren, ook niet door zijn echtgenote of zijn kinderen. Op de afdeling zijn diverse confrontaties geweest, waarbij betrokkene door zijn zoon vastgehouden diende te worden om erger te voorkomen. Tot slot doet betrokkene inadequate en voor hem nadelige financiële verrichtingen. Ondanks het afbouwen van de prednison is op dit moment nog weldegelijk sprake van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel.
5.4.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Uit de medische verklaring en de mondelinge behandeling volgt dat betrokkene lijdt een psychotische stoornis. Deze stoornis wordt vermoedelijk veroorzaakt door de prednison die betrokkene krijgt om de gevolgen van zijn spierziekte tegen te gaan. Het feit dat de psychotische stoornis wordt geïnduceerd door de prednison die betrokkene toegediend krijgt, betekent, anders dan de advocaat bepleit, niet dat het geen psychische stoornis is in de zin van de Wvggz.
5.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. De situatie van betrokkene is op dit moment dusdanig instabiel dat hij niet naar huis kan en betrokkene staat ambivalent tegenover een vrijwillige opname.
5.6.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
5.7.
Tijdens de mondelinge behandeling is de rechtbank gebleken dat het gedrag van betrokkene dusdanige onvoorspelbaar is dat het voorzienbaar is dat verplichte zorgvormen “insluiten” en het daarbij behorende “uitoefenen van toezicht” noodzakelijk kan zijn om het ernstig nadeel af te wenden. Hierbij benadrukt de rechtbank dat die zorgvormen slechts als ultimum remedium toegepast dienen te worden.
5.8.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg. Hij is ambivalent ten aanzien van zijn opname en zijn mening ten aanzien hiervan verandert regelmatig.
5.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Het afbouwen van de prednison dient onder toezicht te gebeuren. Daarnaast is het onduidelijk of de psychotische stoornis van betrokkene gelijk verdwijnt als de medicatie volledig is afgebouwd of dat deze nog een periode voortduurt, waardoor monitoring plaats dient te vinden.
5.10.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
- verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1961 in [geboorteplaats], wat inhoudt dat de maatregelen zoals genoemd in paragraaf 5.6 kunnen worden toegepast;
- bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
16 december 2024;
- wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 25 november 2024 door mr. Bethlehem, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier en op schrift gesteld op 9 december 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.