Op 28 november 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende een verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor een rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een betrokkene, geboren in 1939. De rechtbank heeft de procedure op 14 november 2024 gestart met het indienen van het verzoekschrift. Tijdens de mondelinge behandeling, die op 28 november 2024 plaatsvond, zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar advocaat mr. J.E.S. de Rechter, en haar mentor en behandelaar. De betrokkene heeft aangegeven niet langer in de accommodatie te willen verblijven en heeft geen inzicht in haar situatie of de noodzaak van haar verblijf daar. De behandelaar en mentor hebben echter aangegeven dat opname noodzakelijk is vanwege de psychogeriatrische aandoening van de betrokkene, die leidt tot ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan een uitgebreide neurocognitieve stoornis, wat haar ziektebesef en -inzicht beïnvloedt. Gezien de omstandigheden en het gebrek aan zelfredzaamheid van de betrokkene, heeft de rechtbank besloten de gevraagde machtiging voor de duur van twaalf maanden te verlenen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter mr. Meyboom, met griffier mr. Brok, en is op schrift gesteld op 17 december 2024.