ECLI:NL:RBZWB:2024:8679

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 november 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
C/02/429135 / FA RK 24-5528
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Meyboom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van crisismaatregel in het kader van psychische zorg

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 november 2024 een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1992. De officier van justitie had verzocht om een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken, omdat de betrokkene op 23 november 2024 was gestopt met eten en drinken, wat leidde tot uitdroging en een aanzienlijk risico op levensgevaar. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat en behandelaars zijn gehoord. De behandelaar heeft verklaard dat de betrokkene lijdt aan een eetstoornis (anorexia nervosa) in combinatie met autisme en PTSS, en dat zij niet in staat is om zelfstandig haar eetgedrag te veranderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en dat de gevraagde vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om de betrokkene te beschermen en haar gezondheid te waarborgen. De rechtbank heeft de machtiging verleend voor de duur van drie weken, met de mogelijkheid tot het toedienen van vocht en voeding, medische controles en opname in een accommodatie. De betrokkene verzet zich tegen de zorg, maar de rechtbank oordeelt dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de verplichte zorg evenredig en effectief is. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/429135 / FA RK 24-5528
Datum uitspraak: 28 november 2024
Beschikking voortzetting crisismaatregel
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1992 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat mr. C.E.J.E. Kouijzer te Middelburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 26 november 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 28 november 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door haar advocaat, mr. C.E.J.E. Kouijzer;
  • mevrouw [naam 1] , arts in opleiding tot psychiater, behandelaar;
  • [naam 2] , verpleegkundige.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een crisismaatregel in [stichting]. De burgemeester van Goes heeft de crisismaatregel op 25 november 2024 genomen.

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor de duur van drie weken te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene geeft aan geen voorzetting van de crisismaatregel te willen. Verder laat zij het woord aan haar advocaat en de behandelaar.
4.2.
De behandelaar vertelt dat betrokkene een aantal dagen geleden opgenomen is. Ze is de zaterdag voor de mondelinge behandeling gestopt met eten en drinken omdat ze geen calorieën in wil nemen. Betrokkene stelt niet dood te willen, maar haar eetgestoorde gedachten zijn dusdanig dat ze toch niets wil eten en drinken. Het daarmee stoppen maakt betrokkene rustig, waardoor ze zich kan concentreren. In het verleden is er ook een crisismaatregel geweest, wat op termijn heeft geleid tot een behandeling op vrijwillige basis. Sinds het ontslag van betrokkene in september werd echter geconstateerd dat het steeds slechter ging met haar. Dat heeft geleid tot het acute staken van eten en drinken sinds afgelopen zaterdag. De gedachten van betrokkene zijn van dusdanig niveau dat zij deze niet zelfstandig om kan keren. Dit heeft ze zelf ook aangegeven. Een voortzetting van de crisismaatregel is noodzakelijk om betrokkene in opname te houden om haar sondevoeding te kunnen blijven geven en haar te monitoren. Op het moment eet en drinkt betrokkene namelijk nog steeds niet. Ten aanzien van de verzochte vormen van verplichte zorg geeft de behandelaar aan dat een aantal modaliteiten niet noodzakelijk zijn en dat ook niet voorzienbaar is dat deze in de toekomst noodzakelijk gaan zijn. Wel noodzakelijk zijn volgens de behandelaar het toedienen van vocht en voeding, verrichten van medische controles en andere handelingen en therapeutische maatregelen, beperken van de bewegingsvrijheid en opname. De afdeling waar betrokkene verblijft is weliswaar een open afdeling, maar betrokkene moet toestemming hebben om naar buiten te gaan. Zonder die toestemming wordt ze terug naar binnen geleid als ze naar buiten gaat. Daarom wordt het beperken van de bewegingsvrijheid als noodzakelijk geacht. Het is op dit moment nog te vroeg voor betrokkene om naar huis te gaan. Er wordt dagelijks geëvalueerd om te beoordelen wanneer dit wel kan.
4.3.
De advocaat van betrokkene bepleit primair afwijzing van het verzoek. Betrokkene wil het liefst naar huis en heeft eerder ook aangegeven dat ze niet weet of ze langer opgenomen wil blijven. Aan een vorige opname heeft betrokkene echter veel gehad en daar is ze sterker uitgekomen. Kijkend naar het wettelijk kader lijkt er wel sprake van een stoornis die onmiddellijk dreigend ernstig nadeel veroorzaakt en betrokkene is niet bereid behandeling in het vrijwillig kader te ondergaan. Subsidiair bepleit de advocaat bij toewijzing dat slechts de vormen van verplichte zorg worden toegewezen waarvan de behandelaar zegt dat deze noodzakelijk zijn. De advocaat gaat er daarbij van uit dat deze enkel ingezet zullen worden op het moment dat het niet anders kan.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van drie weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- levensgevaar.
5.3.
Uit de overgelegde stukken en de mondeling behandeling blijkt dat betrokkene op 23 november jl. is gestopt met eten en drinken. Zij is hierdoor uitgedroogd en heeft waarschijnlijk elektrolytstoornissen. Daarnaast heeft betrokkene nog steeds een persisterende wens tot niet eten en drinken.
5.4.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk neurobiologische ontwikkelingsstoornissen en andere problemen die een reden voor zorg kunnen zijn. Bij betrokkene uit zich dit in het acuut staken van eten en drinken bij de eetstoornis anorexia nervosa, gecombineerd met autisme en PTSS.
5.5.
De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. Betrokkene heeft nog steeds de wens om niet te eten en drinken. Wanneer er geen voortzetting van de crisismaatregel komt zou betrokkene direct stoppen met eten en drinken waardoor het dreigend ernstig nadeel zich zal voordoen.
5.6.
De rechtbank is op grond van de medische verklaring en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn om het nadeel af te wenden:
- het toedienen van vocht en voeding;
- het verrichten van medische controles;
- het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- opnemen in een accommodatie.
5.7.
Andere dan de hiervoor genoemde en door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, aangezien deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
5.8.
Betrokkene verzet zich tegen de zorg. Zij geeft aan naar huis te willen en heeft nog steeds de wens om niet te eten of drinken.
5.9.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.10.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en haar omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1992 in [geboorteplaats] , wat inhoudt dat de maatregelen zoals genoemd in paragraaf 5.6 kunnen worden toegepast;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
19 december 2024;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 28 november 2024 door mr. Meyboom, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier en op schrift gesteld op 17 december 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.