ECLI:NL:RBZWB:2024:8680

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
28 november 2024
Publicatiedatum
16 december 2024
Zaaknummer
C/02/429109 / FA RK 24-5512
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Meyboom
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene met Alzheimer

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 november 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van de inbewaringstelling van een betrokkene, geboren in 1946, die lijdt aan de ziekte van Alzheimer. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) heeft verzocht om een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling voor de duur van zes weken. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de betrokkene, zijn advocaat mr. Z. Yeral, en enkele zorgprofessionals zijn gehoord.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene verblijft in een zorgorganisatie en dat er een beschikking tot inbewaringstelling is genomen door de burgemeester van Etten-Leur op 24 november 2024. Tijdens de behandeling is naar voren gekomen dat de betrokkene emotioneel en agressief gedrag vertoont, wat een risico vormt voor zijn eigen veiligheid en die van anderen. De behandelende arts heeft verklaard dat de betrokkene sinds 2017 bekend is met Alzheimer en dat zijn toestand recentelijk is verslechterd, wat heeft geleid tot agressief gedrag.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstig lichamelijk letsel, en dat de voortzetting van de inbewaringstelling noodzakelijk is om deze risico's te voorkomen. De rechtbank heeft de machtiging verleend voor de duur van zes weken, met de mogelijkheid van herbeoordeling na deze periode. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter M. Meyboom, met mr. Brok als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Breda
Zaaknummer: C/02/429109 / FA RK 24-5512
Datum uitspraak: 28 november 2024
Beschikking voortzetting inbewaringstelling
op het verzoek van het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1946 in [geboorteplaats],
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats],
advocaat mr. Z. Yeral te Roosendaal.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 25 november 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 28 november 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, mr. Z. Yeral;
  • mevrouw [naam 1], specialist ouderengeneeskunde, behandelaar;
  • mevrouw [naam 2], verzorgende.
1.3.
Ook was er een coassistent aanwezig, deze is echter niet gehoord.

2.Wat vaststaat

2.1.
Betrokkene verblijft met een inbewaringstelling in [zorgorganisatie]. De burgemeester van Etten-Leur heeft de beschikking tot inbewaringstelling op 24 november 2024 genomen.

3.Het verzoek

3.1.
Het CIZ verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling voor de duur van zes weken te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene geeft aan dat hij gewoon naar huis wil, net als de gewone mensen. Hij wil gewoon leven, zonder herrie op zijn hersenen. Betrokkene is niet zo fris als dat hij hoort te zijn. Dat is allemaal emotie. Betrokkene is verdrietig, maar weet niet meer waarom hij dat is. Hij weet ook niet meer wat er allemaal gebeurd is. Betrokkene heeft zijn vrouw lief en wil daar bij blijven. Hij stelt ook nog nooit zichzelf zo ver te hebben laten gaan als de vorige keer, voor zover hij dat nog weet.
4.2.
De behandelaar vertelt dat betrokkene sinds 2017 bekend is met de ziekte van Alzheimer. Hij heeft een lange tijd in Frankrijk gewoond maar is samen met zijn vrouw vanwege de achteruitgang van betrokkene terug naar Nederland verhuisd. Er liep al een aanvraag voor een opname, maar afgelopen zaterdagavond is het geëscaleerd toen betrokkene bij een dagbesteding was gaan kijken. Hier raakte hij overmand door verdriet, wat omsloeg naar boosheid en frustratie. Betrokkene is toen verbaal en fysiek agressief geworden richting zijn echtgenote, zijn dochter en zijn schoonzoon. Deze mensen kennen betrokkene niet op die manier. In de accommodatie ziet ze een wisselend beeld van emotie en verdriet, dat om kan slaan naar boosheid en agitatie. Betrokkene wil terug naar huis en voor hem is dat Frankrijk. Het verzoek tot de voortzetting van de inbewaringstelling is voor de veiligheid van betrokkene, [plaats] is voor hem een onbekende omgeving, maar ook voor de familie. De echtgenote geeft aan het thuis niet meer aan te kunnen, zeker na de laatste escalaties. Er is gestart met medicatie en de emoties zijn daardoor iets afgenomen. Op dit moment is het niet mogelijk om betrokkene naar huis te laten gaan. Mogelijk over zes weken wel, als betrokkene ingesteld is op de medicatie.
4.3.
De advocaat van betrokkene bepleit afwijzing van het verzoek. Betrokkene wil nog wel even in de accommodatie blijven, maar niet voor zes weken. Het liefst wil betrokkene naar huis, maar hij wil ook rekening houden met zijn echtgenote. Hij gaat slechts naar huis als er gekke dingen gebeuren. Betrokkene kan zich ook niets meer herinneren van het slaan en de agressie. Hierdoor ontbreekt ook het ernstig nadeel.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van zes weken. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in het bestaan van of het aanzienlijk risico op:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat bij betrokkene geheugenklachten op de voorgrond staan. Betrokkene weet buitenshuis de weg niet en kan in zijn huis het toilet niet vinden. Er is sprake geweest van agressie richting zijn echtgenote, dochter en schoonzoon. Hierbij schopt en slaat betrokkene en wil hij bijten. Hiervoor is tweemaal politie aan de deur geweest, maar betrokkene weet dan niet meer waarom hij zo kwaad was. Deze agitatie en agressie kent de familie niet bij betrokkene en komt voort uit de toenemende gedragsstoornissen. Daarnaast is betrokkene toenemend achterdochtig. Ook richting de onafhankelijke arts was betrokkene direct geagiteerd.
5.3.
Vermoed wordt dat het ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychogeriatrische aandoening. Bij betrokkene is er sprake van de ziekte van Alzheimer.
5.4.
Het ernstig nadeel is zodanig onmiddellijk dreigend dat een rechterlijke machtiging niet kan worden afgewacht. Betrokkene is nog steeds erg emotioneel. Dit wordt in de accommodatie geobserveerd en deze emotie slaat ook daar om naar boosheid en agitatie. Betrokkene geeft aan naar huis te willen, maar dat is in deze toestand niet mogelijk.
5.5.
Voortzetting van de inbewaringstelling is noodzakelijk en geschikt om het onmiddellijk dreigend ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Betrokkene verzet zich hiertegen. Hij geeft aan terug naar huis te willen. In de optiek van betrokkene is ‘thuis’ Frankrijk.
5.6.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben. Het is in de thuissituatie onvoldoende veilig voor de familie als betrokkene thuis verblijft. Daarnaast kan betrokkene niet alleen worden gelaten, waardoor zijn echtgenote hem 24 uur per dag in de gaten moet houden. Zij raakt hierdoor overbelast. Er zijn op de korte termijn geen mogelijkheden om de thuishulp op te schalen. Ondertussen is er gestart met rustgevende medicatie, maar de effecten hiervan kunnen thuis niet op een veilige wijze afgewacht worden.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een machtiging tot voortzetting van de inbewaringstelling voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1946 in [geboorteplaats];
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
9 januari 2025.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 28 november 2024 door mr. Meyboom, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier, en op schrift gesteld op 13 december 2024.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.