ECLI:NL:RBZWB:2024:869

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 januari 2024
Publicatiedatum
14 februari 2024
Zaaknummer
C/02/414066 FA RK 23-4400
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Van de Kraats
  • mr. Oude Weernink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling onderhoudsbijdrage voor minderjarige na overeenstemming tussen ouders

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 januari 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de vaststelling van een onderhoudsbijdrage voor een minderjarige. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M.C.M.E. Schijvenaars, verzocht de rechtbank om een onderhoudsbijdrage van € 25,- per maand, met ingang van 1 januari 2024, ten behoeve van hun minderjarige kind, geboren in 2007. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Kalle, erkende het kind en de vrouw had het ouderlijk gezag. Er was geen eerdere rechterlijke uitspraak over de onderhoudsbijdrage.

Tijdens de procedure hebben beide partijen overeenstemming bereikt over de alimentatie. Dit werd bevestigd via F9-formulieren, waarin beide advocaten de wijziging van het verzoek en de overeenstemming hebben vastgelegd. De rechtbank heeft deze overeenstemming als niet ongegrond beoordeeld en heeft de verzoeken van de vrouw toegewezen. De rechtbank heeft bepaald dat de man met ingang van 1 januari 2024 een bedrag van € 25,- per maand aan de vrouw moet betalen voor de verzorging en opvoeding van de minderjarige. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

De uitspraak is gedaan door mr. Van de Kraats, in tegenwoordigheid van griffier mr. Oude Weernink, en is openbaar uitgesproken. Er is een mogelijkheid tot hoger beroep, dat binnen drie maanden na de uitspraak ingediend kan worden bij het gerechtshof ’s-Hertogenbosch.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
Middelburg
Zaaknummer: C/02/414066 FA RK 23-4400
beschikking betreffende levensonderhoud d.d. 23 januari 2024
in de zaak van
[de vrouw],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. M.C.M.E. Schijvenaars, gevestigd te Vlissingen ,
en
[de man],
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. M. Kalle, gevestigd te Middelburg.
1. Het procesverloop
1.1. Dit blijkt uit de volgende stukken:
- het op 21 september 2023 ontvangen verzoekschrift met bijlagen;
- het op 22 november 2023 ontvangen verweerschrift;
- het F9-formulier d.d. 5 januari 2024 van mr. Schijvenaars, met bijlagen;
- het F9-formulier d.d. 12 januari 2024 van mr. Kalle, met bijlagen;
- het F9-formulier d.d. 19 januari 2024 van mr. Schijvenaars;
- het F9-formulier d.d. 19 januari 2024 van mr. Kalle.
1.2. Na te noemen minderjarige is gelet op haar leeftijd in staat gesteld haar mening kenbaar te maken tijdens een zogenoemd kindgesprek
.

2.De feiten

2.1.
Partijen hebben een relatie met elkaar gehad.
2.2.
Uit hun relatie is het volgende, nu nog minderjarige kind geboren: [minderjarige] geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2007.
2.3.
Dit kind is door de man erkend. De vrouw is belast met het ouderlijk gezag over die minderjarige.
2.4.
Er is geen rechterlijke uitspraak van kracht op grond waarvan de man een
onderhoudsbijdrage ten behoeve van de minderjarige moet voldoen.

3.Het verzoek

3.1.
De vrouw verzoekt nu, uitvoerbaar bij voorraad, vaststelling van een door de man ten behoeve van de [minderjarige] te betalen onderhoudsbijdrage van € 25,= per maand, met ingang van 1 januari 2024.

4.De beoordeling

4.1.
Bij F9-formulier van 19 januari 2024 is namens de vrouw bericht dat partijen overeenstemming hebben bereikt. Gelet op de overeenstemming wijzigt de vrouw haar verzoek op de wijze zoals hiervoor onder 3.1. is weergegeven. Verder verzoekt de vrouw de zaak schriftelijk af te doen.
4.2.
Bij F9-formulier van 19 januari 2024 is namens de man bevestigd dat partijen overeenstemming hebben bereikt conform hetgeen namens de vrouw is verzocht.
4.3.
Uit voormelde brieven volgt dat partijen overeenstemming hebben bereikt over de alimentatie. Deze overeenstemming komt de rechtbank niet ongegrond voor en zal op onderstaande wijze worden toegewezen.

5.De beslissing

De rechtbank
bepaalt dat de man met ingang van 1 januari 2024 ten behoeve van de verzorging en opvoeding van de [minderjarige] geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2007 aan de vrouw voor de toekomst bij vooruitbetaling moet voldoen een bedrag van € 25,= per maand;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. Van de Kraats, en, in tegenwoordigheid van mr. Oude Weernink, griffier, in het openbaar uitgesproken op 23 januari 2024.
Mededeling van de griffier:
Indien hoger beroep tegen deze beschikking mogelijk is, kan dat worden ingesteld:
  • door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
  • door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het
gerechtshof ’s-Hertogenbosch.