Op 18 december 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een incident betreffende de onbevoegdheid van de rechtbank. De zaak betreft een geschil tussen [de persoon], eiser in de hoofdzaak en verweerder in het incident, en de besloten vennootschap [de B.V.], gedaagde in de hoofdzaak en eiseres in het incident. De rechtbank heeft vastgesteld dat er in de tussen partijen gesloten overeenkomst een forumkeuze is gemaakt voor de rechtbank Oost-Brabant, locatie ’s-Hertogenbosch. Dit werd door beide partijen erkend. De rechtbank heeft daarom besloten zich onbevoegd te verklaren om kennis te nemen van de vorderingen van [de persoon] en heeft de zaak verwezen naar de bevoegde rechtbank. Tevens is [de persoon] veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 1.392,00, te betalen binnen 21 dagen na de datum van het vonnis. De rechtbank heeft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt op dezelfde dag.