Uitspraak
1.Waar de zaak over gaat
2.De procedure
- de mondelinge behandeling van 27 september 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de ter zitting voorgedragen spreekaantekeningen van [de klant] .
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, staat de vraag centraal of de gedaagde, aangeduid als [de klant], verplicht is om de volledige factuur van de eiseres, [de loodgieter], te betalen. De eiseres heeft op 17 en 19 april 2023 werkzaamheden verricht om de keukenriolering van de gedaagde te ontstoppen. De gedaagde heeft echter slechts een deel van de factuur voldaan en betwist de hoogte van het bedrag. Hij stelt dat de werkzaamheden niet correct zijn uitgevoerd, wat heeft geleid tot schade aan de leidingen, en doet een beroep op verrekening met deze schade. De rechtbank heeft vastgesteld dat er een overeenkomst van opdracht is gesloten tussen partijen en dat de gedaagde een bedrag van € 303,40 aan de eiseres moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de gedaagde niet in zijn vordering in reconventie is geslaagd, omdat hij onvoldoende bewijs heeft geleverd voor de schade die hij stelt te hebben geleden. De proceskosten zijn gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Het vonnis is uitgesproken op 6 november 2024.