Uitspraak
[eiser sub 1] B.V.,
2.
[eiser sub 2],
3.
[eiser sub 3],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 5 december 2024 waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van [eisers] .
- de pleitnota van [gedaagde] .
2.De feiten2.1. [eiser sub 3] leefde tussen 2011 en 2018 bij de leden van de [vereniging] in [woonplaats] . [eiser sub 1] is opgericht in 2011. [eiser sub 3] was enig aandeelhoudster en bestuurder van [eiser sub 1] (en [B.V.] ) Sinds augustus 2018 is [eiser sub 2] bestuurder van [eiser sub 1] (en [B.V.] ). [eiser sub 3] is nog enig aandeelhoudster.
“4.1. verklaart voor recht:
De in beslag genomen gelden zijn niet teruggegeven.
3.Het geschil
[eisers] . stelt een zwaarwegend belang te hebben bij haar vordering. Omdat nog maar één van de twee natuurlijke personen/gedaagden in leven is, is het van belang dat de juwelen en gelden zo snel mogelijk bij [eiser sub 3] terugkomen. De sieraden hebben voor [eiser sub 3] onschatbare en emotionele waarde en het contante geld heeft ook een financiële waarde.
De gezondheidstoestand van [gedaagde] hoeft niet aan gijzeling in de weg te staan, aldus [eisers] . Eventueel kan aan [gedaagde] eerst nog een maand de tijd worden geboden om alsnog aan de veroordelingen te voldoen, waardoor eventuele bezwaren worden weggenomen.
[gedaagde] moet volgens [eisers] . in staat worden geacht aan de verplichting te kunnen voldoen. Uit de huiszoekingen en in beslag genomen documenten en goederen volgt dat de juwelen en administratie in de panden zijn aangetroffen. Ook zijn er (op het adres [adres 4] , waar [gedaagde] veelal feitelijk verbleef) papieren aangetroffen van de aankoop van de sieraden in Bangkok op 19 november 1985, taxaties van diverse sieraden, kosten van het zetten van de edelstenen, kleine envelopjes waar de sieraden bij aankoop inzaten, en een doorzichtige kunststof map met opschrift [opschrift] waar [eiser sub 3] de sieraden met de papieren, bonnen, envelop en bewaarmap in bewaarde. Daarnaast zijn de wikkels van de dollarbiljetten bij de doorzoekingen veiliggesteld.
De vonnissen waarbij de betreffende veroordelingen tegen hem zijn uitgesproken, zijn tot stand gekomen zonder dat [gedaagde] inhoudelijk verweer heeft gevoerd tegen de niet-onderbouwde stelling van [eisers] . dat hij de administratie, juwelen en geld in zijn bezit heeft gehad en in staat moet zijn deze te retourneren. De omstandigheid dat deze vonnissen gezag van gewijsde hebben betekent niet onverkort dat de inhoudelijke grondslag daarvan juist is. De eventuele toepassing van lijfsdwang zou dan ook geen enkel effect sorteren.
[gedaagde] voert daarnaast aan dat zijn gezondheidstoestand maakt dat toepassing van lijfsdwang niet proportioneel en subsidiair moet worden geacht en dat de belangenafweging op grond van het bepaalde in art. 5 lid 1 onder b EVRM in zijn voordeel moet uitvallen.
4.De beoordeling
Daarnaast geldt dat lijfsdwang niet wordt uitgesproken indien de schuldenaar buiten staat is om aan de verplichting waarvoor tenuitvoerlegging wordt verlangd, te voldoen (artikel 588 Rv). Het is aan de schuldenaar om dit aannemelijk te maken.
[gedaagde] heeft gemotiveerd betwist dat hij de goederen waarvan teruggave is gevorderd in zijn bezit heeft. De voorzieningenrechter is met [gedaagde] van oordeel dat, anders dan [eisers] . stelt, uit de door [eisers] . overgelegde beslagstukken (productie 14 van [eisers] .) niet blijkt dat [gedaagde] (nog) in het bezit is of moet zijn van de genoemde goederen.
Van de aangetroffen administratieve stukken is een deel reeds aan [eisers] . afgegeven. Een ander deel had [eisers] . al terug in bezit genomen na de executoriale beslaglegging op 13 januari 2020. [eisers] . heeft niet toegelicht welke administratieve bescheiden zij nog mist en ook niet gesteld dat de politie stukken aan [gedaagde] heeft geretourneerd die aan haar toebehoren. Vast staat verder dat de politie het bij de doorzoekingen aangetroffen contante geld niet aan [gedaagde] heeft geretourneerd.
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)