Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 16 januari 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 februari 2024 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stichting Videma en een horecagelegenheid. De eiser, Stichting Videma, heeft vorderingen ingesteld tegen de gedaagde, die een café exploiteert. De gedaagde heeft erkend dat hij tijdens een controle door Videma een uitzending van de NOS van een wedstrijd tijdens het wereldkampioenschap voetbal in Qatar in zijn café heeft vertoond. Dit leidde tot de conclusie dat er sprake was van auteursrechtelijke openbaarmaking, wat zonder toestemming van de rechthebbenden niet is toegestaan. De gedaagde heeft geen inhoudelijk verweer gevoerd tegen de vorderingen van Videma, waardoor deze zijn toegewezen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de gedaagde inbreuk heeft gemaakt op de auteursrechten door de uitzending openbaar te maken zonder de benodigde toestemming van Videma. De gedaagde heeft aangevoerd dat het eenmalig was en dat hij niet de intentie had om vaker wedstrijden te vertonen, maar dit argument werd door de rechtbank niet relevant geacht. De rechtbank heeft de gedaagde bevolen om met onmiddellijke ingang te staken met de openbaarmaking van de filmwerken en om binnen 14 dagen na het vonnis een licentieaanvraag in te dienen bij Videma. Tevens is de gedaagde veroordeeld tot het betalen van schadevergoeding aan Videma, vermeerderd met wettelijke rente, en is hij in de proceskosten veroordeeld.
De uitspraak benadrukt het belang van auteursrechtelijke toestemming voor het vertonen van televisie-uitzendingen in horecagelegenheden en de gevolgen van het niet naleven van deze verplichtingen. De rechtbank heeft de vorderingen van Videma toegewezen en de gedaagde in zijn proceskosten veroordeeld.