ECLI:NL:RBZWB:2024:895
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Bodemzaak
- K. Karsten-Badal
- Rechtspraak.nl
Vordering tot voortzetting van huur na beëindiging relatie
In deze zaak hebben partijen, die samenwoonden in een huurwoning, hun relatie beëindigd en zijn zij in geschil geraakt over de voortzetting van de huur. Beide partijen hebben de kantonrechter verzocht om te bepalen dat de huur door één van hen alleen kan worden voortgezet. Voorafgaand aan de mondelinge behandeling hebben partijen overeenstemming bereikt, waarbij is afgesproken dat de gedaagde de huur alleen zal voortzetten. De kantonrechter heeft op 14 februari 2024 uitspraak gedaan in deze bodemzaak, waarbij de vordering van de eiseres in conventie is afgewezen en de vordering van de gedaagde in reconventie is toegewezen. De kantonrechter heeft bepaald dat de gedaagde met ingang van de datum van het vonnis alleen de huur van de woning mag voortzetten, met uitsluiting van de eiseres in reconventie. Tevens zijn de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.