ECLI:NL:RBZWB:2024:8954

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 december 2024
Publicatiedatum
23 december 2024
Zaaknummer
11137653 CV EXPL 24-2870 (E)
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Van 't Nedereind
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot herstel van lekkageschade aan de vloer in een woning na verkoop

In deze civiele zaak heeft eiser, [koper], de woning van gedaagde, [verkoper], gekocht. Bij de oplevering op 16 oktober 2023 werd lekkageschade aan de vloer in een slaapkamer geconstateerd. Er is afgesproken dat [verkoper] de schade zou herstellen, maar deze afspraak is niet nagekomen. [koper] heeft vervolgens een vordering ingesteld voor herstelkosten van € 3.303,46 en rechtsbijstandskosten van € 3.384,61. [verkoper] heeft een tegenvordering ingesteld, maar de kantonrechter heeft geoordeeld dat de vordering van [koper] toewijsbaar is en de tegenvordering van [verkoper] is afgewezen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [verkoper] in verzuim verkeert en dat [koper] recht heeft op vervangende schadevergoeding. De kantonrechter heeft [verkoper] veroordeeld tot betaling van de herstelkosten en een deel van de rechtsbijstandskosten, evenals de proceskosten. De tegenvordering van [verkoper] is afgewezen, omdat [koper] voldoende gelegenheid heeft gegeven voor herstel van de vloer. Het vonnis is uitgesproken op 11 december 2024.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Tilburg
Zaaknummer: 11137653 \ CV EXPL 24-2870
Vonnis van 11 december 2024
in de zaak van
[koper],
te [plaats 1] ,
eisende partij,
verwerende partij tegen de tegenvordering,
hierna te noemen: [koper] ,
gemachtigde: mr. C.H.A. van de Wiel,
tegen
[verkoper],
te [plaats 2] ,
gedaagde partij,
eisende partij met een tegenvordering,
hierna te noemen: [verkoper] ,
gemachtigde: [gemachtigde] van Delta Vastgoed.

1.De zaak in het kort

1.1.
In deze zaak gaat het om herstel van de vloer in de slaapkamer van [koper] . [koper] heeft de woning van [verkoper] gekocht en bij de oplevering en inspectie van de woning was er lekkageschade aan de vloer in een slaapkamer op de eerste verdieping. [koper] en [verkoper] hebben afgesproken dat [verkoper] de vloer zou laten herstellen, maar die afspraak is [verkoper] niet nagekomen. [koper] en [verkoper] verschillen van mening over de reden waarom de vloer nog niet is hersteld. [verkoper] heeft daarom een tegenvordering ingesteld.
1.2.
De kantonrechter zal de – gewijzigde - vordering van [koper] tot betaling van de kosten van herstel toewijzen en de tegenvordering afwijzen. De kantonrechter zal hieronder in het vonnis uitleggen waarom dat zo is.

2.De procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 juli 2024
- de mondelinge behandeling van 7 november 2024, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
- de tijdens de mondelinge behandeling door [verkoper] overgelegde e-mailberichten.

3.De feiten

3.1.
[verkoper] heeft de woning aan [adres] te [plaats 1] aan [koper] verkocht. Bij notariële akte van 16 oktober 2023 heeft de levering plaatsgevonden. Voorafgaand aan de levering heeft er een oplevering en een inspectie plaatsgevonden.
3.2.
[verkoper] heeft tijdens haar verhuizing lekkageschade geconstateerd aan de vloer in een slaapkamer op de eerste verdieping (hierna: de vloer). Zij heeft contact opgenomen met haar verzekeringsmaatschappij of deze schade gedekt was door de verzekering. De verzekeringsmaatschappij heeft [aannemer] ingeschakeld om de schade te onderzoeken. Of de schade vergoed zou worden, was ten tijde van de oplevering en inspectie nog niet bekend. Later is bekend geworden dat de schade niet verzekerd was.
3.3.
Tijdens de oplevering en inspectie op 16 oktober 2023 is door [verkoper] en [koper] gesproken over de lekkageschade aan de vloer. Na telefonisch contact met de notaris heeft de verkopend [makelaar] van [makelaarskantoor] (hierna: “ [makelaar] ”) een inspectieformulier opgesteld, welk formulier door [koper] en [verkoper] is ondertekend. Op het formulier staat onder bijzonderheden vermeld: “
Er is waterschade in de slaapkamer links voor op de eerste verdieping. [aannemer] heeft geconstateerd dat er water vanaf de bovenzijde van de vloer tussen het hout en de ondervloer is blijven staan. Op kosten van verkoper wordt deze schade hersteld”.
3.4.
In de periode van 12 januari 2024 tot en met 14 mei 2024 is er tussen [koper] en [verkoper] contact per mail en brief geweest over herstel van de vloer. Ook heeft [makelaar] op verzoek van [koper] in januari en februari 2024 contact opgenomen met [verkoper] over het herstel van de vloer. De vloer is nog niet hersteld.

4.Het geschil

de vordering
4.1.
[koper] vordert - na wijziging van eis - een bedrag van € 3.303,46 wegens herstelkosten van de vloer en een bedrag van € 3.384,61 aan rechtsbijstandskosten als kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte. [koper] vordert ook dat [verkoper] in de proceskosten wordt veroordeeld en wil de mogelijkheid krijgen om het vonnis meteen uit te voeren, ook als er hoger beroep wordt ingesteld. [1]
4.2.
[verkoper] voert verweer. [verkoper] vindt dat de vordering van [koper] moet worden afgewezen en wil dat [koper] in de proceskosten wordt veroordeeld.
de tegenvordering
4.3.
[verkoper] vordert dat [koper] verplicht wordt om aan [bedrijf] toestemming te verlenen om met [verkoper] in overleg te treden en in opdracht van [verkoper] werkzaamheden te verrichten inzake het herstel van de vloer op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag dat [koper] hiermee in gebreke blijft met een maximum van € 20.000,00. [verkoper] vordert ook dat [koper] in de proceskosten wordt veroordeeld.
4.4.
[koper] voert verweer. [koper] vindt dat de vordering van [verkoper] moet worden afgewezen en wil dat [verkoper] in de proceskosten wordt veroordeeld.

5.De beoordeling

de vordering
5.1.
[koper] heeft tijdens de mondelinge behandeling de primaire vordering tot herstel van de vloer, en de subsidiaire vorderingen inzake de kosten van een deskundige en de kosten van herstel aan het plafond van de badkamer (onder de badkamer waar de lekkage is ontstaan) ingetrokken. Dit betekent dat na die wijzing van eis [koper] alleen nog vervangende schadevergoeding en de kosten van rechtsbijstand vordert, alsmede de proceskosten.
[verkoper] is in verzuim
5.2.
Tussen [koper] en [verkoper] bestaat geen discussie dat [verkoper] verantwoordelijk is voor herstel van de vloer. Zij verschillen van mening of [koper] recht heeft op vervangende schadevergoeding, zodat hij het herstel zelf kan laten uitvoeren, of dat hij moet meewerken aan herstel door [verkoper] . Door [koper] is onweersproken gesteld dat [verkoper] meerdere keren is aangeschreven om tot herstel over te gaan. Zo is onder meer in de brief van 27 februari 2024 en het e-mailbericht van 13 maart 2024 aan [verkoper] verzocht om nakoming van haar verplichting tot onderzoek en herstel van de vloer binnen een termijn van twee maanden. In het e-mailbericht van 10 april 2024 maakt [koper] kenbaar dat hij de termijn nog tot het eind van week wil verlengen, maar dat hij anders over zal gaan tot dagvaarden en aanspraak zal maken op vergoeding van de kosten vanaf dat moment. Op 25 april 2024 is [verkoper] gevraagd of zij nog steeds mee wil werken aan herstel van de vloer en nadat [verkoper] had gereageerd dat zij offertes laat opstellen is een dag later aan [verkoper] een termijn gegeven voor die offertes om haar verplichting tot herstel na te komen. Ook in de andere brieven en e-mails heeft [koper] om herstel van de vloer gevraagd. Naar het oordeel van de kantonrechter is [verkoper] dan ook voldoende in de gelegenheid gesteld om de schade te (laten) herstellen, maar zij heeft dat niet gedaan.
5.3.
Het standpunt van [verkoper] dat niet zij, maar [koper] onvoldoende heeft meegewerkt om tot herstel van de vloer over te gaan en zij daarom niet in verzuim is, volgt de kantonrechter niet. De kantonrechter acht het namelijk begrijpelijk dat tijdens een bezoek van een - door [verkoper] ingeschakelde- parketteur aan [koper] de parketteur geen stuk uit de vloer mocht zagen. Door [koper] is hierover namelijk onweersproken gesteld dat hij meerdere andere parketteurs en aannemers heeft benaderd die een offerte aan de hand van een visuele inspectie kunnen opstellen, zonder een deel uit de vloer te zagen
.Ook het feit dat volgens [verkoper] [bedrijf] de vloer niet mocht herstellen van [koper] , omdat [koper] al een (eerdere) offerte had van [bedrijf] is onvoldoende om te concluderen dat [koper] niet mee wil werken aan herstel. [verkoper] heeft over de mededeling van [bedrijf] geen contact gehad met [koper] , terwijl dit wel op haar weg had gelegen om met [koper] hierover in gesprek te gaan en te kijken wat de mogelijkheden waren. Nu [verkoper] dat heeft nagelaten, kan enkel op basis van de overgelegde e-mailberichten met [bedrijf] niet worden geconcludeerd dat [koper] niet mee wil werken aan herstel door [bedrijf] . Bovendien is niet gebleken [koper] is aangeschreven en aangemaand door [verkoper] om binnen een bepaalde termijn mee te werken aan herstel van de vloer. Gelet op dit alles is vast komen te staan dat [koper] voldoende medewerking heeft verleend en [verkoper] , door na te laten de vloer te laten herstellen, in verzuim is komen te verkeren.
[verkoper] moet vervangende schadevergoeding betalen
5.4.
Omdat [verkoper] in verzuim verkeert, heeft [koper] het recht om de verplichting tot nakoming om te zetten in een verplichting tot schadevergoeding. Daar is een mededeling van [koper] voor vereist. Uit de wet (artikel 6:87 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek; hierna BW) volgt dat iedere schriftelijke mededeling waaruit blijkt dat de schuldeiser schadevergoeding in plaats van nakoming wenst voldoende is voor een omzetting. Een omzettingsverklaring kan ook besloten liggen in de dagvaarding of andere processtukken. In dit geval ligt de omzettingsverklaring besloten in de dagvaarding. [koper] is dus gerechtigd om zich voor herstel tot een derde partij te wenden en de kosten van herstel te verhalen op [verkoper] .
5.5.
[koper] baseert het gevorderde bedrag van € 3.303,46 op de door hem overgelegde offerte van [bedrijf] van 4 april 2024. Tijdens de mondelinge behandeling heeft [verkoper] zich bereid getoond, indien zij wordt veroordeeld tot betaling van de kosten van herstel, dat door [bedrijf] aan [koper] geoffreerde bedrag te betalen. [verkoper] zal dan ook worden veroordeeld tot betaling van voormeld bedrag van € 3.303,46.
[verkoper] moet een deel van de gevorderde rechtsbijstandskosten betalen
5.6.
[koper] vordert – nadat die kosten tijdens de mondelinge behandeling zijn verminderd met een bedrag van € 762,30 inclusief btw kosten voor het opstellen van de dagvaarding – een bedrag van € 2.622,31 inclusief btw voor kosten van rechtsbijstand op grond van artikel 6:96 lid 2 onder c BW. Hoewel [koper] de werkelijk kosten ter verkrijging van voldoening buiten rechte vordert tot aan opstellen van de dagvaarding, bestaat hier geen grond voor. Er is namelijk sprake van een situatie waarin het Besluit voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is. De hoofdsom is gegrond op een verbintenis die is omgezet in een verbintenis tot vervangende schadevergoeding in de zin van artikel 6:87 BW. De kantonrechter zal daarom niet de werkelijke kosten toewijzen, maar zal de hoogte van de kosten toetsen aan het Besluit. Door [koper] is een aanmaning verstuurd waarin [verkoper] is gewezen op de verschuldigdheid van de kosten buiten rechte. Het gevorderde bedrag aan kosten is hoger dan het in het Besluit bepaalde tarief dat hoort bij de toewijsbaar geoordeelde hoofdsom. Nu dat het gevolg is van een niet voorzienbare omstandigheid, namelijk de wijziging van eis tijdens de zitting, zal de kantonrechter de vergoeding toewijzen tot het wettelijke tarief dat aansluit bij (de omvang van) de toewijsbaar geoordeelde hoofdsom van € 3.303,46. Dit betekent dat een bedrag van € 550,97 zal worden toegewezen.
Proceskosten
5.7.
[verkoper] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van [koper] worden begroot op:
  • kosten van de dagvaarding € 136,72
  • griffierecht € 218,00
  • salaris gemachtigde € 542,00 (2,00 punten x € 271,00)
  • nakosten € 119,00 (plus de kosten van betekening
zoals vermeld in de beslissing)
------------------
Totaal: € 1.015,72
de tegenvordering
[koper] wordt niet verplicht om [bedrijf] in opdracht van [verkoper] werkzaamheden te laten verrichten
5.8.
Hiervoor is komen vast te staan dat [koper] [verkoper] voldoende in de gelegenheid heeft gesteld om tot herstel van de vloer over te gaan en dat [verkoper] daaraan onvoldoende heeft meegewerkt. Om die reden zal de tegenvordering van [verkoper] dat [koper] verplicht wordt om aan [bedrijf] toestemming te verlenen om met [verkoper] in overleg te treden en in opdracht van [verkoper] werkzaamheden te verrichten inzake het herstel van de vloer worden afgewezen.
Proceskosten
[verkoper] is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten betalen. De proceskosten van [koper] worden begroot op € 136,00 (1 punt x € 271,00 x factor 0,5) aan salaris gemachtigde.

6.De beslissing

De kantonrechter
de vordering
6.1.
veroordeelt [verkoper] om aan [koper] te betalen een bedrag van € 3.303,56,
6.2.
veroordeelt [verkoper] tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten van € 550,97,
6.3.
veroordeelt [verkoper] in de proceskosten van € 1.015,72, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [verkoper] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
6.4.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
6.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
de tegenvordering
6.6.
wijst de vordering af,
6.7.
veroordeelt [verkoper] in de proceskosten van € 136,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe.
Dit vonnis is gewezen door mr. Van 't Nedereind en in het openbaar uitgesproken op 11 december 2024.

Voetnoten

1.Dit wordt “uitvoerbaar bij voorraad” genoemd.