ECLI:NL:RBZWB:2024:898

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 februari 2024
Publicatiedatum
15 februari 2024
Zaaknummer
10799040 CV EXPL 23-3922
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
  • mr. Tilman-Knoester
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Betwisting van rekening tandarts en wanprestatie

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, heeft de eiser, Infomedics B.V., een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij die een medische behandeling heeft ondergaan bij een tandarts. De gedaagde heeft de factuur van € 92,17, die na betaling door de zorgverzekeraar resteerde, onbetaald gelaten. Infomedics vordert betaling van dit bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en incassokosten. De gedaagde voert als verweer aan dat er geen offerte is verstrekt voor de behandeling, wat volgens hem noodzakelijk was bij een bedrag boven de € 200,00. De rechtbank oordeelt echter dat de behandeling onder de € 250,00 viel, waardoor de verplichting tot het verstrekken van een offerte niet van toepassing was. De rechtbank wijst het verweer van de gedaagde af en oordeelt dat hij de kosten van de behandeling verschuldigd is. Daarnaast wordt het verweer van de gedaagde dat de tandarts niet goed heeft gehandeld, afgewezen, omdat niet is aangetoond dat er sprake was van tekortschieten in de zorgplicht van de tandarts. De rechtbank wijst de vordering van Infomedics toe en veroordeelt de gedaagde tot betaling van het gevorderde bedrag, de wettelijke rente en de incassokosten. De proceskosten worden eveneens aan de gedaagde opgelegd.

Uitspraak

RECHTBANKZEELAND-WEST-BRABANT
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Breda
Zaaknummer: 10799040 \ CV EXPL 23-3922
Vonnis van 14 februari 2024
in de zaak van
de besloten vennootschap INFOMEDICS B.V., ALS RECHTSOPVOLGER VAN DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP INFOMEDICS FACTORING B.V., M.H.O.D.N. INFOMEDICS FACTORING, UWNOTA.NL, DFA SERVICES EN INFOMEDICS DFA,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Almere,
eisende partij,
hierna te noemen: Infomedics,
gemachtigde: Yards Deurwaardersdiensten B.V. te Almere,
tegen
[gedaagde],
wonende te [plaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 26 oktober 2023 met producties;
- de conclusie van antwoord met producties;
- de akte van Infomedics;
- de antwoordakte van [gedaagde] .
1.2
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1
Op 5 april 2023 heeft [gedaagde] een medische behandeling ondergaan bij [tandarts] (hierna de tandarts). De tandarts heeft zijn vordering op [gedaagde] door middel van cessie overgedragen aan Infomedics Finance BV en Infomedics heeft opdracht gekregen de vordering te innen.
2.2
Op 11 april 2023 heeft Infomedics een factuur aan [gedaagde] gestuurd voor de behandelingskosten van totaal € 239,38 en daarop is vermeld dat er een bedrag van € 147,21 is betaald door de zorgverzekeraar waardoor er een door [gedaagde] te betalen bedrag resteert van € 92,17.
2.3
[gedaagde] heeft het bedrag van € 92,17 onbetaald gelaten.

2.Het geschil

2.1
Infomedics vordert dat [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, wordt veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 133,64 vermeerderd met de wettelijke rente over € 92,17 vanaf 4 oktober 2023 en met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure, vermeerderd met de wettelijke rente.
2.2
Infomedics legt aan haar vordering – samengevat – ten grondslag dat [gedaagde] gehouden is om voor de behandeling te betalen. Zij stelt dat [gedaagde] in verzuim is met betaling van het factuurbedrag van € 92,17 sinds het verstrijken van de vervaldatum van 30 dagen op de factuur. Infomedics stelt aanspraak te hebben op wettelijke rente die tot 4 oktober 2023 € 1,47 bedraagt. Daarnaast stelt Infomedics dat [gedaagde] na verzending van een aanmaning als bedoeld in artikel 6:96 lid 6 Burgerlijk Wetboek (BW) op 13 september 2023 niet tot betaling is overgegaan en daarom een bedrag van € 40,00 aan incassokosten verschuldigd is.
2.3
[gedaagde] voert als verweer – samengevat – aan dat er bij een behandeling van meer dan € 200,00 een offerte dient te worden uitgebracht en dat niet is gebeurd. [gedaagde] voert aan dat er nooit is gesproken over een offerte en hij er daarom vanuit ging dat het te betalen bedrag vergelijkbaar zou zijn met de bedragen die eerder in rekening zijn gebracht. Daarnaast voert [gedaagde] aan dat het bedrag dat CZ van de rekening heeft vergoed door CZ in een procedure is terug gevorderd.

3.De beoordeling

3.1
Vast staat dat [gedaagde] een behandeling heeft ondergaan onder de € 250,00. Dit betekent dat de door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) opgestelde regel in artikel 6 van de Regeling mondzorg (NR/Reg-2123), namelijk dat de tandarts voor behandelingen boven de € 250,00 een prijsopgave moet verstrekken, niet geldt. Niet gebleken is verder dat [gedaagde] aan de tandarts heeft gevraagd om een offerte op te maken. Hierdoor gaat het verweer van [gedaagde] dat de tandarts een prijsopgave had moeten verstrekken niet op. [gedaagde] is daarom voor de behandeling de kosten – waarvan Infomedics stelt dat die conform de door het NZA vastgestelde tarieven zijn en wat [gedaagde] niet betwist – verschuldigd. Het is verder de eigen verantwoordelijkheid van [gedaagde] om te onderzoeken of zijn behandeling voor vergoeding door de zorgverzekeraar in aanmerking komt.
3.2
Bij conclusie van dupliek voert [gedaagde] nog aan niet het volledige bedrag verschuldigd te zijn omdat de tandarts de werkzaamheden niet goed zou hebben uitgevoerd. Hoewel Infomedics niet meer in de gelegenheid is gesteld om op dit verweer te reageren, gaat dit verweer niet op. Een tandheelkundige behandeling is te kwalificeren als een inspanningsverplichting en niet als een resultaatsverplichting. Dat betekent dat wanneer een tandarts voldoende inspanning heeft verricht, maar het gewenste resultaat toch niet behaald wordt, dat niet zomaar voor rekening van die tandarts dient te komen. Er dient sprake te zijn van daadwerkelijk tekortschieten, of van een situatie waar de tandarts niet heeft gedaan hetgeen van een redelijk handelend en redelijk bekwaam tandarts verwacht mocht worden. Dat dit het geval is, heeft [gedaagde] onvoldoende toegelicht.
3.3
Op grond van het voorgaande zal het gevorderde factuurbedrag van € 92,17 worden toegewezen.
3.4
De gevorderde wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over het factuurbedrag tot 4 oktober 2023 van € 1,47 is ook verschuldigd omdat vast staat dat de factuur niet betaald is en er sprake is van verzuim.
3.5
Infomedics vordert vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. Gebleken is dat Infomedics aan [gedaagde] een aanmaning heeft gestuurd die voldoet aan de eisen van artikel 6:96 lid 6 BW, namelijk de sommatiebrief die is overgelegd als productie 2 bij dagvaarding. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten van € 40,00 komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal worden toegewezen.
3.6
[gedaagde] is de partij die ongelijk krijgt en hij zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Infomedics als volgt vastgesteld:
- kosten van de dagvaarding
107,84
- griffierecht
128,00
- salaris gemachtigde
- nakosten

60,00
20,00
(1,5 punt × € 40,00)
Totaal
315,84

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1
veroordeelt [gedaagde] om aan Infomedics te betalen een bedrag van € 133,64, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over € 92,17 vanaf 4 oktober 2023 tot de dag van volledige betaling,
4.2
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Infomedics tot dit vonnis vastgesteld op € 315,84,
4.3
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. Tilman-Knoester en in het openbaar uitgesproken op 14 februari 2024.