ECLI:NL:RBZWB:2024:90
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de afwijzing van een aanvraag om energietoeslag door de gemeente Breda
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 5 januari 2024, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag om een energietoeslag beoordeeld. Eiser, die sinds 1 januari 2022 geen bijstandsuitkering meer ontvangt, had op 4 mei 2022 een aanvraag ingediend voor een energietoeslag. Deze aanvraag werd op 7 juli 2022 afgewezen, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda handhaafde deze afwijzing in een bestreden besluit op 14 oktober 2022. Eiser heeft bezwaar gemaakt en het onderzoek ter zitting vond plaats op 14 december 2023 in Breda, waar eiser werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mr. P.F.M. Gulickx.
De rechtbank oordeelt dat het college terecht heeft geweigerd de energietoeslag toe te kennen. Eiser betwistte dat hij een inkomen had van € 2.224,44 en stelde dat de stortingen van zijn kinderen geen inkomen maar leningen waren. Het college stelde echter dat eiser de ontvangen bedragen van zijn kinderen kan aanwenden voor zijn levensonderhoud en dat hij geen bijstandsuitkering heeft aangevraagd. De rechtbank concludeert dat de middelen die eiser ontvangt van zijn kinderen, als inkomen moeten worden aangemerkt, waardoor hij niet in aanmerking komt voor de energietoeslag. De rechtbank wijst erop dat de uitzondering die de Centrale Raad van Beroep in eerdere uitspraken heeft aangenomen, niet van toepassing is op de situatie van eiser, omdat hij zelf heeft gekozen om zijn recht op bijstand stop te zetten.
De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.