Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het niet afsluiten van de vereiste verzekering voor zijn bromfiets. De gedraging werd vastgesteld door het RDW op 26 januari 2023. Betrokkene heeft aangevoerd dat hij in dezelfde week dat hij de bromfiets had gekocht, deze online had verzekerd, maar dat hij niet op de bevestiging had gedrukt. Hij ontving een brief van het RDW over de verzekering een maand na de vaststelling van de gedraging, wat leidde tot de boete. De officier van justitie verklaarde het beroep ongegrond, maar de kantonrechter heeft de zaak op zitting behandeld. De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht om de boete te handhaven, maar de kantonrechter heeft geconstateerd dat betrokkene snel heeft gehandeld om de verzekering te herstellen. De kantonrechter heeft besloten de boete met 25% te matigen, waardoor het beroep gedeeltelijk gegrond werd verklaard. De beslissing van de officier van justitie is gewijzigd en betrokkene krijgt een deel van de betaalde zekerheid terug.