ECLI:NL:RBZWB:2024:9019

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 oktober 2024
Publicatiedatum
30 december 2024
Zaaknummer
10881899 \ MB VERZ 24-36
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • W.H.C. van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete ongegrond verklaard na vaststelling gedraging

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 6 kilometer per uur te hard binnen de bebouwde kom op de N289 Oude Rijksweg te Krabbendijke op 11 maart 2023. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 1 oktober 2024 was de zittingsvertegenwoordiger, mr. A. de Vreeze, aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. De kantonrechter heeft de zaak behandeld en de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, werd door de zittingsvertegenwoordiger toegelicht. Betrokkene voerde aan dat de boete niet redelijk was, gezien de omstandigheden waaronder de overtreding had plaatsgevonden. Hij stelde dat hij sinds 1996 slechts één snelheidsovertreding had begaan en dat deze was geseponeerd. Betrokkene had ook twijfels over de locatie van de meetapparatuur.

De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat uit de stukken in het dossier, waaronder een flitsfoto en een NMI-verklaring, voldoende bewijs aanwezig was dat de gedraging had plaatsgevonden. De kantonrechter concludeerde dat de boete terecht was opgelegd en dat er geen reden was om deze te matigen. Het beroep werd ongegrond verklaard, en tegen deze beslissing was geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10881899 \ MB VERZ 24-36
CJIB-nummer : 7062 5422 5641 4255
uitspraakdatum : 1 oktober 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 1 oktober 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 6 kilometer per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom op de N289 Oude Rijksweg (ter hoogte van 10c) te Krabbendijke (gemeente Reimerswaal) op 11 maart 2023 om 17:36 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Betrokkene stelt sinds 1996 maar één snelheidsovertreding te hebben gereden op eenzelfde traject als in dit geval. Die snelheidsovertreding werd geseponeerd omdat de verbalisanten in het veld bij de groentekassen achter de bosjes stonden te controleren. Met eenzelfde traject bedoeld betrokkene een weg met dezelfde dijkovergangen, bochten en spoorwegovergangen. Op dit moment heeft betrokkene in een keer zes snelheidsovertredingen binnen gekregen. Betrokkene heeft de plek waar de meetapparatuur stond ‘ter hoogte van 10c’ gezocht, maar niet gevonden. Tot de verbazing van betrokkene verscheen er begin maart een zelf gemaakt bord op de oprit aan de Rijksweg. Indien de meetapparatuur inderdaad ter hoogte van 10c aanwezig was, reed het verkeer een stuk naar beneden. Betrokkene stelt dat het onduidelijk is welke kant de meetapparatuur stond.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe aangevoerd dat er op de betreffende weg H1-bebording aanwezig is. Het had voor betrokkene duidelijk moeten zijn dat er vijftig kilometer per uur gereden mocht worden. Daarbij heeft de zittingsvertegenwoordiger ter zitting een NMI-verklaring overhandigd waaruit blijkt dat de flitspaal rond de pleegdatum was goedgekeurd. De zittingsvertegenwoordiger ziet geen reden om hieraan te twijfelen.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de flitsfoto in het dossier - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. Uit de NMI-verklaring die de zittingsvertegenwoordiger ter zitting heeft overhandigd, blijkt dat er rond de pleegdatum een onderzoek heeft plaatsgevonden. Aan de rechterkant van de NMI-verklaring staan de betreffende gegevens, welke met het zaakoverzicht overeenkomen. De boete is dus terecht opgelegd. De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 1 oktober 2024.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: