Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 20 kilometer per uur te hard binnen de bebouwde kom op de N289 Oude Rijksweg te Krabbendijke op 16 februari 2023. De betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep niet-ontvankelijk verklaarde omdat het te laat was ingediend. De kantonrechter heeft echter geoordeeld dat er bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. De betrokkene had bij zijn beroepschrift geen CJIB-nummer vermeld, waardoor het beroep niet tijdig aan de juiste zaak kon worden gekoppeld. De kantonrechter heeft de beslissing van de officier van justitie vernietigd en het beroep gegrond verklaard.
Vervolgens heeft de kantonrechter de inhoudelijke beoordeling van de boete uitgevoerd. De rechter oordeelde dat uit de stukken in het dossier, waaronder een flitsfoto en een NMI-verklaring, voldoende bewijs aanwezig was dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, daadwerkelijk had plaatsgevonden. De kantonrechter zag geen reden om de boete te matigen en verklaarde het beroep tegen de boete ongegrond. De uitspraak werd gedaan door mr. W.H.C. van Eck, kantonrechter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.