Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 22 kilometer per uur te hard binnen de bebouwde kom op de N289 Oude Rijksweg te Krabbendijke op 27 februari 2023. Betrokkene heeft beroep ingesteld tegen de beslissing van de officier van justitie, die het beroep niet-ontvankelijk had verklaard omdat het te laat was ingediend. De kantonrechter heeft de ontvankelijkheid van het beroep beoordeeld en vastgesteld dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat betrokkene geen CJIB-nummer had vermeld in zijn beroepschrift, waardoor het beroep niet tijdig aan de juiste zaak kon worden gekoppeld. De kantonrechter heeft de beslissing van de officier van justitie vernietigd en het beroep gegrond verklaard.
Vervolgens heeft de kantonrechter de inhoudelijke beoordeling van de boete uitgevoerd. De rechter oordeelde dat uit de stukken in het dossier, met name de flitsfoto en de NMI-verklaring, voldoende bewijs aanwezig was dat de gedraging waarvoor de boete was opgelegd, daadwerkelijk had plaatsgevonden. De kantonrechter zag geen reden om de boete te matigen en verklaarde het beroep tegen de boete ongegrond. De uitspraak werd gedaan door mr. W.H.C. van Eck, bijgestaan door griffier X.L.C.M. van Sprundel, en werd openbaar uitgesproken op 1 oktober 2024.