In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 december 2024 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de gerechtelijke vaststelling van het ouderschap en de wijziging van de geslachtsnaam van een minderjarige, geboren op [geboortedag 1] 2009. De minderjarige, vertegenwoordigd door haar bijzondere curator, heeft verzocht om het ouderschap van haar overleden biologische vader, de heer [naam], gerechtelijk vast te stellen. De vader heeft de minderjarige nooit erkend, en de moeder heeft het alleenrecht op het ouderlijk gezag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de heer [naam], geboren op [geboortedag 2] 1988, de biologische vader is, en dat de minderjarige de geslachtsnaam van haar vader wil toevoegen aan haar huidige achternaam. De rechtbank heeft de verzoeken toegewezen, waarbij de juridische gevolgen van de gerechtelijke vaststelling gelijk zijn aan die van een erkenning, hoewel de erkenning zelf niet meer mogelijk is door het overlijden van de vader. De rechtbank heeft ook de taak van de bijzondere curator beëindigd en de beschikking zal worden toegestuurd aan de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand in Tilburg voor verwerking.