ECLI:NL:RBZWB:2024:9118

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 oktober 2024
Publicatiedatum
3 januari 2025
Zaaknummer
11273953 MB VERZ 24-1124
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens onduidelijke gedraging

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 oktober 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. Betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het gebruik maken van een voor lijnbussen bestemde rijbaan op de Ettensebaan te Breda op 15 juni 2023. Betrokkene heeft tegen de opgelegde boete beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierop heeft betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 16 oktober 2024 was de zittingsvertegenwoordiger, mr. A. de Vreeze, aanwezig, maar betrokkene zelf was niet verschenen. Betrokkene voerde aan dat hij ten tijde van de gedraging thuis was en onderbouwde dit met een foto van zijn tijdlijn. De zittingsvertegenwoordiger stelde dat er voldoende twijfel was over de gedraging, omdat de verbalisant had verklaard dat er meerdere overtreders waren en er mogelijk een menselijke fout was gemaakt bij het noteren van de kentekens.

De kantonrechter oordeelde dat er voldoende twijfel was ontstaan over de vraag of betrokkene de gedraging had verricht. De rechter nam in overweging dat betrokkene ver van de pleeglocatie woonde en dat hij een tijdlijn had meegestuurd ter onderbouwing van zijn standpunt. De kantonrechter concludeerde dat niet was komen vast te staan dat de gedraging had plaatsgevonden, waardoor de boete ten onrechte was opgelegd. Het beroep werd gegrond verklaard, de beschikking van de officier van justitie werd vernietigd en de officier van justitie werd opgedragen het betaalde bedrag van € 119,- aan betrokkene terug te betalen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Breda
zaaknummer : 11273953 \ MB VERZ 24-1124
CJIB-nummer : 7062 5422 5868 2763
uitspraakdatum : 16 oktober 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Betrokkene heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door betrokkene beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 16 oktober 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. A. de Vreeze (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene is niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder van een motorvoertuig, niet zijnde lijnbus, gebruik maken van een voor lijnbus bestemde rijbaan of rijstrook (F13) op de Ettensebaan te Breda op 15 juni 2023 om 21:38 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de gedraging niet is verricht. Betrokkene stelt ten tijde van de gedraging thuis te zijn geweest (in [woonplaats]) en heeft ter onderbouwing een foto van zijn tijdlijn toegevoegd aan zijn beroepschrift. Het voertuig van betrokkene stond ook niet op de foto die hij toegestuurd kreeg, waardoor hij denkt dat de verbalisant een fout heeft gemaakt.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep gegrond te verklaren en heeft daartoe het volgende aangevoerd. Betrokkene heeft ter onderbouwing van zijn standpunt een tijdlijn van Google Maps toegevoegd aan zijn beroepschrift. De verbalisant heeft verklaard dat er ten tijde van de waarneming meerdere overtreders waren. Hierdoor kan de zittingsvertegenwoordiger zich voorstellen dat er een menselijke fout is gemaakt door de verbalisant tijdens het opschrijven van de betreffende kentekens. Daarbij heeft betrokkene ervoor gezorgd dat er voldoende twijfel ontstaat of hij degene is geweest die de gedraging heeft begaan.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat er voldoende twijfel is ontstaan of betrokkene degene is geweest die de gedraging heeft verricht. Daarbij is van belang dat betrokkene erg ver van de pleeglocatie woont en dat hij een tijdlijn heeft meegestuurd ter onderbouwing van zijn standpunt. Gelet op de soort controle die de verbalisant ten tijde van de gedraging aan het uitvoeren was, kan het voorkomen dat er een letter of cijfer verkeerd wordt genoteerd. De kantonrechter is van oordeel dat niet is komen vast te staan dat de gedraging is verricht. Dit betekent dat de boete ten onrechte is opgelegd.
Het beroep is daarom gegrond. De beschikking waarbij de boete is opgelegd en de beslissing van de officier van justitie zullen worden vernietigd. Het bedrag dat betrokkene aan zekerheid heeft betaald moet door de officier van justitie worden terugbetaald.

Beslissing

De kantonrechter:
‒ verklaart het beroep gegrond;
‒ vernietigt de bestreden beslissing van de officier van justitie en de beschikking waarbij de boete is opgelegd;
‒ draagt de officier van justitie op het bedrag van € 119,- dat betrokkene als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M. Breeman, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2024.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: