Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene] B.V.
Verloop van de procedure
Standpunten
constatering middels camerasysteem’is onvoldoende om af te zien van een staandehouding en gemachtigde verwijst hiervoor naar een uitspraak van het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
Voorts stelt gemachtigde dat de redelijke termijn is overschreden en verzoekt om een proceskostenvergoeding, te betalen op de bankrekening van de gemachtigde.
Instructie politie: Verbod vasthouden mobiele elektronische apparatuur tijdens het rijden’,gelden er hoge standaarden voor het vaststellen van deze gedraging. De foto in het dossier is niet voldoende om de gedraging vast stellen. Het ligt niet op de weg van betrokkene om aan te geven wat hij wél in zijn hand heeft gehad. Betrokkene heeft bijna twee weken later de bekeuring ontvangen en acht het in strijd met zijn verdedigingsbelangen om aan te moeten geven wat hij in zijn hand had.
Als de verbalisant over dezelfde foto als gemachtigde beschikt, begrijpt gemachtigde niet via welke wijze de verbalisant hier een mobiel elektronisch apparaat kon vaststellen. Aangezien er ook geen reële mogelijkheid tot staandehouding was, liggen de eisen voor de vaststelling hoger volgens gemachtigde. Op basis van de beschikbare gegevens kan niet worden vastgesteld dat er sprake is van een mobiel elektronisch apparaat.
Met betrekking tot de staandehouding voert de zittingsvertegenwoordiger aan dat het een eenmanscontrole betreft en heeft zij ter zitting een aanvullend proces-verbaal overhandigd.