Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[betrokkene]
Verloop van de procedure
Standpunten
Betrokkene is bij de officier van justitie niet gewezen op het recht om gehoord te worden. Vanwege deze schending van de hoorplicht verzoekt de zittingsvertegenwoordiger de boete te matigen met 25%. Voorts is er sprake van overschrijding van de redelijke termijn, waardoor de zittingsvertegenwoordiger verzoekt de boete nogmaals te matigen met 25%.
Overwegingen
€ 437,50
Beslissing
- verklaart het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie op het administratief beroep gegrond en vernietigt die beslissing;
- verklaart het beroep tegen de inleidende beschikking gedeeltelijk gegrond en wijzigt de inleidende beschikking in zoverre dat het bedrag van de boete wordt gematigd tot € 196,88;
- draagt de officier van justitie op het bedrag van € 153,12 dat betrokkene te veel als zekerheidstelling heeft betaald, aan betrokkene terug te betalen;
- veroordeelt de officier van justitie tot het vergoeden van de proceskosten van betrokkene van € 875,-;
- verklaart zich onbevoegd om kennis te nemen van de bezwaren tegen de uitbetaling van de proceskostenvergoeding.