ECLI:NL:RBZWB:2024:9168

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 november 2024
Publicatiedatum
3 januari 2025
Zaaknummer
10943571 \ MB VERZ 24-115
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens snelheidsovertreding binnen bebouwde kom

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 5 kilometer per uur harder dan toegestaan binnen de bebouwde kom op de N290, ter hoogte van de Kapellebrug in de gemeente Hulst, op 14 april 2023 om 21:50 uur. De gemachtigde van de betrokkene heeft beroep ingesteld bij de officier van justitie, die het beroep ongegrond verklaarde. Hierna is het beroep door de gemachtigde opnieuw aan de kantonrechter voorgelegd.

Tijdens de zitting op 14 november 2024 was de betrokkene en zijn gemachtigde niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger van de officier van justitie, mr. I.M.E. van der Meijden, was wel aanwezig. De gemachtigde voerde aan dat de boete niet redelijk was gezien de omstandigheden en dat er geen proces-verbaal van bevindingen in het dossier aanwezig was, waaruit bleek dat de snelheidscamera goed was gecontroleerd en afgesteld. De zittingsvertegenwoordiger overhandigde een NMI-verklaring die bevestigde dat de snelheidscamera geldig was ten tijde van de gedraging.

De kantonrechter oordeelde dat uit de stukken in het dossier, met name de verklaring van de verbalisant, voldoende bewijs aanwezig was dat de gedraging had plaatsgevonden. De NMI-verklaring bevestigde dat de boete terecht was opgelegd. De kantonrechter zag geen reden om de boete te matigen en verklaarde het beroep ongegrond. De uitspraak werd gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, bijgestaan door griffier X.L.C.M. van Sprundel, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag. Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 10943571 \ MB VERZ 24-115
CJIB-nummer : 4062 5422 5725 4405
uitspraakdatum : 14 november 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Gemachtigde heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door gemachtigde beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 14 november 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. I.M.E. van der Meijden (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 5 kilometer per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom op de N290 (Gentsevaart ter hoogte van [huisnummer]) op de Kapellebrug (gemeente Hulst) op 14 april 2023 om 21:50 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat de boete niet redelijk is gelet op de omstandigheden waaronder de gedraging heeft plaatsgevonden. Volgens gemachtigde ontbreekt er een proces-verbaal van bevinding in het dossier waaruit blijkt dat de verbalisant de snelheidscamera heeft gecontroleerd, deze goed afgesteld en geplaatst is, alsmede de datum en tijdstip van het in gebruik stellen. Gemachtigde verwijst hiervoor naar de instructie snelheidsoverschrijdingen en snelheidsbegrenzers. Aangezien de officier van justitie het bezwaar van betrokkene niet volledig heeft behandeld, blijkt niet dat er aan de bovengenoemde punten is voldaan en verzoekt gemachtigde deze beschikking te seponeren.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft ter zitting een NMI-verklaring overhandigd. Uit de NMI-verklaring blijkt dat deze geldig was ten tijde van de gedraging. Op de NMI-verklaring staat namelijk een datum tot wanneer de verklaring geldig is. De datum van de gedraging valt binnen die periode.

Overwegingen

De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De zittingsvertegenwoordiger heeft ter zitting een recente NMI-verklaring overhandigd die de periode beslaat waarin de boete is opgelegd. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2024.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: