ECLI:NL:RBZWB:2024:9169

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 november 2024
Publicatiedatum
3 januari 2025
Zaaknummer
11117166 \ MB VERZ 24-400
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete wegens gebruik van mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene, vertegenwoordigd door mr. I.N.D.J. Rissema, had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het vasthouden van een mobiel elektronisch apparaat tijdens het rijden op de Kapelle Rijksweg A58 op 15 december 2022. De officier van justitie had het beroep tegen de boete ongegrond verklaard, waarna de gemachtigde in beroep ging bij de kantonrechter.

Tijdens de zitting op 14 november 2024 was de betrokkene niet aanwezig, maar de zittingsvertegenwoordiger, mr. I.M.E. van der Meijden, was wel aanwezig. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de gedraging, zoals beschreven in het proces-verbaal, voldoende was onderbouwd. De betrokkene had verklaard dat zij haar telefoon gebruikte voor navigatie, maar de kantonrechter oordeelde dat dit niet voldoende was om de boete te matigen of te vernietigen.

De gemachtigde had verzocht om aanvullende stukken en een proceskostenvergoeding, maar de kantonrechter oordeelde dat de gemachtigde niet tijdig aanvullende gronden had ingediend. Gezien de bewijsstukken in het dossier, waaronder de verklaring van de verbalisant, concludeerde de kantonrechter dat de boete terecht was opgelegd. Het beroep werd ongegrond verklaard en het verzoek om proceskostenvergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd openbaar gedaan en de betrokkene werd geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 11117166 \ MB VERZ 24-400
CJIB-nummer : 6062 5422 5512 4403
uitspraakdatum : 14 november 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : mr. I.N.D.J. Rissema (Fixiq Legal)

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Gemachtigde heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep ongegrond verklaard. Tegen die beslissing is door gemachtigde beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 14 november 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. I.M.E. van der Meijden (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: als bestuurder tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden op de Kapelle Rijksweg A58 (rechts, ter hoogte van hectometerpaal 143.9) te Kapelle (gemeente Schouwen-Duiveland) op 15 december 2022 om 18:40 uur.
Gemachtigde heeft namens betrokkene een pro-forma beroep ingediend. Gemachtigde stelt dat betrokkene de gedraging ontkent en verzoekt om de op de zaak betrekking hebbende stukken, waaronder een foto van de gedraging, te verstrekken. Voorts verzoekt gemachtigde om een nader termijn voor aanvullende gronden in te dienen en om een proceskostenvergoeding.
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren en heeft daartoe aangevoerd dat het zaakoverzicht voldoende duidelijk is. Uit het zaakoverzicht blijkt dat betrokkene bij de staandehouding heeft verklaard dat zij haar telefoon gebruikte voor navigatie.

Overwegingen

Gemachtigde is per aangetekende brief de gelegenheid geboden om voor 2 juli 2024 (aanvullende) gronden in te dienen. Gemachtigde heeft nagelaten om (aanvullende) gronden in te dienen.
De kantonrechter is van oordeel dat uit de stukken in het dossier - met name uit de verklaring van de verbalisant - voldoende blijkt dat de gedraging waarvoor de boete is opgelegd, is verricht. De boete is dus terecht opgelegd.
De kantonrechter ziet in wat betrokkene heeft aangevoerd ook geen reden om de boete te matigen.
Het beroep wordt daarom ongegrond verklaard.
Gelet hierop is er geen aanleiding voor het toekennen van een proceskostenvergoeding.

Beslissing

De kantonrechter:
  • verklaart het beroep ongegrond;
  • wijst het verzoek om een proceskostenvergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2024.
Als u het niet eens bent met deze beslissing, dan kunt u binnen 6 weken na de hieronder vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen als:
de boete meer dan € 110,00 bedraagt, of
uw beroep niet-ontvankelijk is verklaard omdat u niet of niet op tijd zekerheid heeft gesteld.
Het beroepschrift moet worden ingediend bij Rechtbank Zeeland-West-Brabant, Team strafrecht, Postbus 67, 4330 AB Middelburg. Het beroepschrift moet zijn ondertekend door degene die beroep heeft ingesteld of door de gemachtigde.
U dient daarbij het zaaknummer te vermelden.
De procedure bij het gerechtshof verloopt geheel schriftelijk, tenzij u in het beroepschrift uitdrukkelijk vraagt om een zitting waarop u uw standpunt mondeling wilt toelichten.
Datum verzending: