ECLI:NL:RBZWB:2024:9175

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
14 november 2024
Publicatiedatum
3 januari 2025
Zaaknummer
11260736 \ MB VERZ 24-668
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen verkeersboete ongegrond verklaard wegens termijnoverschrijding

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 14 november 2024 uitspraak gedaan in een beroep tegen een verkeersboete. De betrokkene had een administratieve sanctie opgelegd gekregen voor het rijden van 4 kilometer per uur te hard binnen de bebouwde kom op de Schroeweg in Middelburg op 20 augustus 2023. De gemachtigde van de betrokkene had beroep ingesteld bij de officier van justitie, maar deze verklaarde het beroep niet-ontvankelijk omdat het te laat was ingediend. De kantonrechter heeft de zaak behandeld, waarbij de betrokkene en de gemachtigde niet aanwezig waren. De officier van justitie was vertegenwoordigd door mr. I.M.E. van der Meijden.

De kantonrechter overwoog dat de termijn voor het indienen van beroep bij de officier van justitie, zoals bepaald in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, zes weken bedraagt. Deze termijn was in dit geval verstreken, aangezien het beroepschrift pas op 29 augustus 2023 was ontvangen, terwijl de termijn op 13 april 2023 eindigde. De kantonrechter oordeelde dat de betrokkene niet aannemelijk had gemaakt dat er bijzondere omstandigheden waren die de termijnoverschrijding konden rechtvaardigen. Hierdoor was het beroep tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond.

De kantonrechter heeft de beslissing genomen dat het beroep ongegrond is, wat betekent dat de boete blijft staan. Tegen deze uitspraak is geen hoger beroep mogelijk. De uitspraak is openbaar gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, bijgestaan door griffier X.L.C.M. van Sprundel.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team strafrecht
Zittingsplaats Middelburg
zaaknummer : 11260736 \ MB VERZ 24-668
CJIB-nummer : 9062 5422 5589 1702
uitspraakdatum : 14 november 2024
proces-verbaal van de zitting en uitspraak op een beroep op grond van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv)
in de zaak van
naam :
[betrokkene]
adres : [adres]
woonplaats : [woonplaats]
hierna: betrokkene
gemachtigde : [gemachtigde]

Verloop van de procedure

Aan betrokkene is een administratieve sanctie (hierna: boete) opgelegd. Gemachtigde heeft daartegen beroep ingesteld bij de officier van justitie. De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. Tegen die beslissing is door gemachtigde beroep ingesteld bij de kantonrechter.
De zaak is behandeld op de zitting van 14 november 2024. Namens de officier van justitie is verschenen mr. I.M.E. van der Meijden (hierna: zittingsvertegenwoordiger). Betrokkene en gemachtigde zijn niet verschenen. De kantonrechter heeft op de zitting uitspraak gedaan.

Standpunten

De gedraging waarvoor de boete is opgelegd luidt, kort omschreven: 4 kilometer per uur harder rijden dan mag binnen de bebouwde kom (verkeersbord A1) op de Schroeweg (kruising Torenweg) te Middelburg op 20 augustus 2023 om 06:24 uur.
Betrokkene heeft in het beroepschrift samengevat aangevoerd dat het voertuig (met [kenteken]) niet in het bestand van het bedrijf staat. Het voertuig behoort niet tot [gemachtigde]
De zittingsvertegenwoordiger heeft verzocht het beroep ongegrond te verklaren, omdat het beroep bij de officier van justitie niet tijdig is ingesteld en die termijnoverschrijding ook niet verschoonbaar is.

Overwegingen

De officier van justitie heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat is ingesteld.
De kantonrechter overweegt als volgt. Voor het instellen van beroep bij de officier van justitie geldt op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een termijn van zes weken. Die termijn eindigde in dit geval op 13 april 2023. De officier van justitie heeft het beroepschrift echter pas op 29 augustus 2023 ontvangen. Dat is te laat.
Artikel 6:11 van de Awb bepaalt - kort gezegd - dat een te laat ingesteld beroep tóch ontvankelijk kan zijn, wanneer het de betrokkene niet kan worden toegerekend dat te laat beroep is ingesteld. De kantonrechter is van oordeel dat betrokkene niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor het te laat beroep instellen niet aan betrokkene kan worden toegerekend.
De officier van justitie heeft het beroep dus terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep tegen die beslissing is dan ook ongegrond. Dit betekent dat de kantonrechter niet toekomt aan de beoordeling of de boete terecht is opgelegd.

Beslissing

De kantonrechter verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.B. Scheltema Beduin, kantonrechter, bijgestaan door de griffier X.L.C.M. van Sprundel, en in het openbaar uitgesproken op 14 november 2024.
Tegen deze beslissing is geen hoger beroep mogelijk.
Datum verzending: