ECLI:NL:RBZWB:2024:92
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de WOZ-waarde van een onroerende zaak in Geertruidenberg
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van belanghebbende tegen de uitspraak op bezwaar van de heffingsambtenaar van de gemeente Geertruidenberg. De heffingsambtenaar had de waarde van de onroerende zaak, gelegen aan [adres 1] te [plaats], vastgesteld op € 248.000 per 1 januari 2021. Belanghebbende, eigenaar van de woning, had bezwaar gemaakt tegen deze waardevaststelling en stelde dat de waarde maximaal € 238.000 zou moeten zijn. De rechtbank heeft het beroep op 8 december 2023 behandeld, waarbij de gemachtigde van belanghebbende en een vertegenwoordiger van de heffingsambtenaar aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de heffingsambtenaar de waarde van de woning heeft bepaald aan de hand van de vergelijkingsmethode, waarbij de waarde is vastgesteld op basis van vergelijkbare woningen die recentelijk zijn verkocht. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld. De rechtbank oordeelt dat het beroep van belanghebbende ongegrond is en dat de WOZ-waarde en de aanslag onroerendezaakbelastingen (OZB) gehandhaafd blijven.
De uitspraak is gedaan door mr. M.L. Weerkamp en is openbaar gemaakt op 19 januari 2024. Partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof ‘s-Hertogenbosch binnen zes weken na verzending van de uitspraak.