Uitspraak
in haar hoedanigheid als voogdes over voornoemde [minderjarige] .
1.Het procesverloop
2.De feiten
[minderjarige] ,geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2012, hierna te noemen: [minderjarige] .
- eens in de drie weken van vrijdagavond 19.00 uur tot zondagavond 19.00 uur;
- tweemaal een losse week tijdens de (school)zomervakantie, steeds aansluitend aan een bezoekweekend.
3.De verzoeken
- primair: te bepalen dat het ouderlijk gezag van de vrouw over [minderjarige] wordt hersteld en, voor zover nodig, de GI van de voogdij over [minderjarige] wordt ontslagen;
- subsidiair: te bepalen dat de Raad voor de Kinderbescherming een onderzoek zal verrichten naar de vraag of herstel van het ouderlijk gezag van de vrouw in het belang van [minderjarige] is;
- indien en voor zover het verzoek ten aanzien van het gezag niet wordt toegewezen, te bepalen, onder wijziging van de huidige omgangsregeling, dat [minderjarige] bij de vrouw verblijft iedere week van maandag tot en met zondag.
4.De beoordeling
omgangsregelingzal vaststellen tussen de vrouw en [minderjarige] en wel in die zin dat [minderjarige] gedurende elke week van maandag tot en met zondag bij de vrouw verblijft. Deze voorlopige omgangsregeling zal gelden totdat de rechtbank hieromtrent een andersluidende of definitieve beslissing heeft genomen.
op uiterlijk [datum] 2025de rechtbank en de belanghebbenden van nadere, schriftelijke informatie te voorzien, waarbij de GI naast de huidige ontwikkelingen en het verloop van de hulpverlening van de afgelopen periode, in ieder geval ook ingaat op hetgeen is overwogen in rechtsoverweging 4.5. Aan de Raad verzoekt de rechtbank voorts om
uiterlijk twee weken voorafgaand aan de nadere mondelinge behandelingde rechtbank en de belanghebbenden naar aanleiding van de recente informatie van de GI van een schriftelijk advies te voorzien over de voorliggende verzoeken. Tot slot wenst de rechtbank op te merken dat in het geval de GI overgaat tot het indienen van een verzoek op basis van artikel 1:336a BW bij de rechtbank, dit verzoek gelijktijdig met de thans voorliggende verzoeken op de nader te bepalen mondelinge behandeling in [maand] 2025 zal worden behandeld.
5.De beslissing
tot een nader te bepalen mondelinge behandeling van deze rechtbank in [maand] 2025;
uiterlijk op [datum] 2025de rechtbank en de belanghebbenden te informeren zoals hiervoor in rechtsoverweging 4.5 en 4.9 is overwogen;
uiterlijk twee weken voorafgaand aan de nadere mondelinge behandelingde rechtbank en de belanghebbenden naar aanleiding van de recente informatie van de GI van een schriftelijk advies te voorzien ten aanzien van de verzoeken tot wijziging omgangsregeling en het herstel van het ouderlijk gezag;
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.