In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 december 2024 een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden aan een betrokkene die als wilsonbekwaam is aangemerkt. De officier van justitie had verzocht om deze machtiging, omdat de betrokkene lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder neurobiologische ontwikkelingsstoornissen en een autismespectrumstoornis. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene ernstig nadeel ondervindt door haar aandoeningen, wat leidt tot levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel en verwaarlozing. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling met gesloten deuren gehouden, waarbij de betrokkene, haar advocaat, en verschillende zorgverleners zijn gehoord. De betrokkene heeft aangegeven dat ze zich stabiel voelt en niet terug zal vallen, maar de behandelaar heeft zorgen geuit over haar wilsonbekwaamheid en het risico op terugval zonder verplichte zorg. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis en dat verplichte zorg noodzakelijk is om de geestelijke en fysieke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De rechtbank heeft de gevraagde zorgmachtiging verleend, waarbij de betrokkene onder andere medicatie en medische controles zal ontvangen. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat een rechtsmiddel van cassatie open.