In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 december 2024 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 2002, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de procedure gestart na ontvangst van het verzoekschrift op 9 december 2024. Tijdens de mondelinge behandeling, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn betrokkene, zijn moeder en een verpleegkundig specialist gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder een psychotische stoornis en verslavingsstoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel voor zijn gezondheid en veiligheid.
De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van acht maanden, in plaats van de gevraagde twaalf maanden, om de situatie van betrokkene en de beschikbaarheid van een woonplek te kunnen herbeoordelen. De rechtbank heeft verschillende vormen van verplichte zorg toegewezen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.