ECLI:NL:RBZWB:2024:9244

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 december 2024
Publicatiedatum
7 januari 2025
Zaaknummer
C/02/429653 / FA RK 24-5799
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Van de Poll
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene met psychische stoornissen en verslavingsproblematiek

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 december 2024 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 2002, op verzoek van de officier van justitie. De rechtbank heeft de procedure gestart na ontvangst van het verzoekschrift op 9 december 2024. Tijdens de mondelinge behandeling, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn betrokkene, zijn moeder en een verpleegkundig specialist gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder een psychotische stoornis en verslavingsstoornissen, wat leidt tot ernstig nadeel voor zijn gezondheid en veiligheid.

De rechtbank oordeelt dat verplichte zorg noodzakelijk is, omdat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis. De rechtbank heeft de zorgmachtiging verleend voor de duur van acht maanden, in plaats van de gevraagde twaalf maanden, om de situatie van betrokkene en de beschikbaarheid van een woonplek te kunnen herbeoordelen. De rechtbank heeft verschillende vormen van verplichte zorg toegewezen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/429653 / FA RK 24-5799
Datum uitspraak: 24 december 2024
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 2002 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat mr. P.M.J.T. Schumans te Middelburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 9 december 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 24 december 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, mr. P.M.J.T. Schumans;
  • mevrouw [naam 1] , moeder van betrokkene;
  • mevrouw [naam 2] , verpleegkundig specialist, behandelaar.
1.3.
Tevens was er een verpleegkundige aanwezig, deze is echter niet gehoord.

2.Wat vaststaat

2.1.
De rechtbank heeft een machtiging verleend tot en met 8 januari 2025. Betrokkene verblijft met deze machtiging in [accommodatie].

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene geeft aan dat het goed met hem gaat, maar dat het nog wel beter kan. Hij staat op het punt om naar een verslavingskliniek te gaan. Betrokkene vindt dat wel spannend, maar hij heeft er goede moed in. Met betrekking tot de zorgmachtiging zou hij het niet erg vinden als deze wordt verlengd. In de toekomst zou het, zeker tijdens de behandeling van de verslaving, niet ondenkbaar zijn dat verplichte zorg noodzakelijk is.
4.2.
De behandelaar stelt dat een verlenging van de zorgmachtiging noodzakelijk is tijdens de verslavingsbehandeling. Volgens de behandelaar is dit erg moeilijk en wanneer betrokkene daar vrijwillig verblijft, kan hij naar huis op momenten dat het hem niet goed afgaat. Een zorgmachtiging zorgt ervoor dat de verslavingsbehandeling goed verloopt. Het is moeilijk te voorspellen hoe lang die behandeling gaat duren, waardoor het voor de behandelaar op dit moment niet goed te zeggen is welke duur passend is voor de zorgmachtiging. Na de verslavingsbehandeling is het goed mogelijk dat betrokkene eerst weer terug komt naar [accommodatie] voordat er een woonplek beschikbaar is voor betrokkene.
4.3.
De moeder van betrokkene vertelt dat betrokkene een IQ-test heeft gedaan, waarvan de resultaten beter waren dan werd verwacht. Hierdoor werd er geen indicatie afgegeven voor een rechterlijke machtiging op basis van de WZD.
4.4.
De advocaat van betrokkene stelt dat er gekeken dient te worden of betrokkene een second opinion kan krijgen met betrekking tot een indicatie voor een rechterlijke machtiging op basis van de WZD. Dat dient niet nu te gebeuren, maar zou wel een eerder aan de orde moeten komen dan pas na de verzochte twaalf maanden. Betrokkene staat achter het verzoek tot verlenging van de zorgmachtiging, maar volgens de advocaat is een jaar te lang om te wachten op de second opinion. Om die reden bepleit de advocaat toewijzing van de zorgmachtiging voor de duur van acht maanden.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van acht maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk neurobiologische ontwikkelingsstoornissen, schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en middelgerelateerde en verslavingsstoornissen. Bij betrokkene is er sprake van een psychotische stoornis en een stoornis in het middelengebruik.
5.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige materiële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag.
5.4.
Uit de overgelegde stukken blijkt dat het stoppen van de medicatie en het toenemen van het drugsgebruik bij betrokkene leiden tot psychotische decompensatie. Zijn hele handelen staat dan onder invloed van de psychose en het middelengebruik. Daarnaast heeft betrokkene dan last van stemmen in zijn hoofd. Betrokkene heeft op de BW gedreigd met messen en hij heeft bij [accommodatie] schade toegebracht aan een muur en een deur vanuit agressie. Deze agressie treedt met name op onder de invloed van alcohol.
5.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Er worden op dit moment weliswaar geen vormen van verplichte zorg toegepast, maar het te vroeg om te zeggen hoe bestendig deze motivatie van betrokkene is. Wanneer betrokkene behandeld gaat worden voor zijn verslaving is het bovendien voorzienbaar dat verplichte zorg noodzakelijk gaat zijn. Daarom is verplichte zorg nodig. De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
- opnemen in een accommodatie.
5.7.
Onder de vormen van verplichte zorg valt expliciet niet het beperken van het gebruik van communicatie middelen. Dit wordt door de behandelaar niet als noodzakelijk geacht.
5.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving. Uit de stukken blijkt dat vooralsnog een machtiging op basis van de WVGGZ dient te worden toegewezen. Daar komt bij dat de moeder van betrokkene heeft aangegeven dat op basis van een IQ-test van betrokkene, geen indicatie voor een WZD machtiging is afgegeven. De duur van de machtiging zal conform het verzoek van de advocaat van betrokkene beperkt worden tot 8 maanden gelet op de vraag of de WVGGZ of toch de WZD van toepassing is, maar vooral ook om tegen die tijd te kunnen beoordelen of een passende woonplek is gevonden voor betrokkene.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 2002 in [geboorteplaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in paragraaf 5.6 kunnen worden getroffen;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
24 augustus 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 december 2024 door mr. Van de Poll, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier en op schrift gesteld op 7 januari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.