ECLI:NL:RBZWB:2024:9246

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
24 december 2024
Publicatiedatum
7 januari 2025
Zaaknummer
C/02/429792 / FA RK 24-5864
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Van de Poll
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zorgmachtiging voor betrokkene met psychische stoornis en revalidatiebehoefte

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 24 december 2024 een zorgmachtiging verleend voor betrokkene, geboren in 1963, die lijdt aan verschillende psychische stoornissen, waaronder een schizoaffectieve stoornis en een verstandelijke beperking. De rechtbank heeft de machtiging verleend op verzoek van de officier van justitie, na een mondelinge behandeling waarbij betrokkene, zijn advocaat en verschillende zorgverleners aanwezig waren. Betrokkene verblijft momenteel in een accommodatie en heeft een machtiging gekregen tot en met 17 januari 2025. De rechtbank oordeelde dat betrokkene ernstig nadeel ondervindt door zijn stoornissen, wat leidt tot levensgevaar, ernstige psychische schade en verwaarlozing. De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden zijn voor passende zorg op vrijwillige basis, aangezien betrokkene therapieontrouw is en geen ziekte-inzicht heeft. De rechtbank heeft daarom verplichte zorg toegewezen, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De machtiging is verleend voor de duur van twaalf maanden, met de mogelijkheid tot verlenging indien nodig. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid tot cassatie tegen deze beschikking.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/429792 / FA RK 24-5864
Datum uitspraak: 24 december 2024
Beschikking zorgmachtiging
op het verzoek van de officier van justitie voor
[betrokkene],
geboren op [geboortedag] 1963 in [geboorteplaats] ,
hierna te noemen betrokkene,
wonend in [plaats] ,
advocaat mr. M.W. Dieleman te Middelburg.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
De rechtbank neemt de volgende stukken mee in haar beoordeling:
- het verzoekschrift met bijlagen, binnengekomen bij de rechtbank op 12 december 2024.
1.2.
De mondelinge behandeling met gesloten deuren heeft plaatsgevonden op 24 december 2024. Daarbij zijn gehoord:
  • betrokkene, bijgestaan door zijn advocaat, mr. M.W. Dieleman;
  • de heer [naam 1] , psychiater, behandelaar;
  • de heer [naam 2] , medewerker van [bedrijf] ;
  • [naam 3] , verpleegkundige.

2.Wat vaststaat

2.1.
De rechtbank heeft een machtiging verleend tot en met 17 januari 2025. Betrokkene verblijft met deze machtiging in [accommodatie] .

3.Het verzoek

3.1.
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een zorgmachtiging voor de duur van twaalf maanden te verlenen.

4.De standpunten

4.1.
Betrokkene geeft aan dat het goed met hem gaat. Hij wil geen verlenging van de zorgmachtiging en al helemaal niet voor de duur van twaalf maanden. Betrokkene wil naar huis aangezien hij niet kan slapen op de plek waar hij nu verblijft. Betrokkene stelt ook zijn depotmedicatie niet te willen. Volgens hem wordt hij daar alleen maar minder van.
4.2.
De behandelaar van betrokkene vertelt dat het op dit moment beter met betrokkene gaat dan voorheen. Betrokkene heeft echter nog steeds geen ziekte-inzicht en hij wil niet met medicatie behandeld worden. Wanneer betrokkene minder medicatie krijgt escaleert de situatie echter weer. Voor de toekomst is het de bedoeling dat betrokkene terugkeert naar zijn oude woning, waar hij dan nog steeds medicatie toegediend krijgt. Wel dient er goed gekeken te blijven worden naar de somatische aandoeningen van betrokkene. Voor de amputatie van zijn onderbeen dient betrokkene eerst nog in revalidatie te gaan.
4.3.
De medewerker van [bedrijf] stelt dat betrokkene het al jaren niet eens is met de medicatie, maar dat hij het wel nodig heeft. Betrokkene heeft eerder in revalidatie gezeten, maar dan liep hij gewoon weg. Betrokkene ziet niet in dat hij het nodig heeft voor een beter leven. Het is moeilijk te voorspellen hoe lang de revalidatie van betrokkene gaat duren.
4.4.
De advocaat van betrokkene geeft aan dat betrokkene erg duidelijk is in zijn wens. Betrokkene wil niets, maar wil tegelijkertijd wel dat er goed voor hem gezorgd wordt. De advocaat stelt zich zorgen te maken om de zorgverlegenheid van betrokkene, dat moet men niet laten ontstaan. Het verzet dat betrokkene vertoont zal blijven, dat zit in zijn karakter. De advocaat denkt dat een lang verblijf bij [accommodatie] betrokkene geen goed zal doen. Gedurende de revalidatie zal het noodzakelijk zijn dat betrokkene is opgenomen, maar daarna niet meer. Die zorgmodaliteit dient dus ook niet langer dan dat toegewezen te worden. Het toewijzen voor de duur van de revalidatie geeft betrokkene ook de duidelijkheid waarom het is toegewezen.

5.De beoordeling

5.1.
De rechtbank verleent de gevraagde machtiging voor de duur van twaalf maanden. Zij legt hierna uit waarom zij deze beslissing neemt.
5.2.
De rechtbank is van oordeel dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis. Betrokkene heeft namelijk onder meer neurobiologische ontwikkelingsstoornissen, schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen en bipolaire-stemmingsstoornissen. Betrokkene lijdt aan een schizoaffectieve stoornis bipolair type, verstandelijke beperking en agressie disregulatie.
5.3.
Deze stoornis veroorzaakt ernstig nadeel. Dit nadeel bestaat uit:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige financiële schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- het oproepen van agressie van een ander door het vertonen van hinderlijk gedrag;
- gevaar voor de algemene veiligheid van personen en goederen.
5.4.
Uit de overgelegde stukken en de mondelinge behandeling blijkt dat betrokkene tijdens psychotische ontregeling last heeft van verward en conflict-zoekend gedrag, achterdocht en waanideeën. Hij is psychotisch gedecompenseerd in het verpleeghuis waar hij verbleef voor de revalidatie van de amputatie. De revalidatie is daarop stopgezet en betrokkene herstelt nu bij [accommodatie] door middel van medicatie en structuur. Eerder heeft betrokkene FACT-psychiaters met de dood bedreigd en heeft hij gedreigd de voortuin van de buurman in brand te steken, nadat hij eerder was aangehouden voor brandstichting in zijn eigen tuin. Verder ontbreekt het betrokkene aan besef voor sociaal aanvaardbare omgangsvormen en zorg hij slecht voor zichzelf. Dit, in combinatie met de toenemende achteruitgang van somatische morbiditeit, leiden ertoe dat betrokkene steeds minder deelneemt aan het maatschappelijk leven.
5.5.
Om het ernstig nadeel af te wenden of de geestelijke gezondheid en de door de stoornis bedreigde of aangetaste fysieke gezondheid van betrokkene te stabiliseren of te herstellen heeft betrokkene zorg nodig.
5.6.
Er zijn geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis. Betrokkene is therapieontrouw ten aanzien van zijn medicatie. Hij accepteert zijn depot slechts in door hem bepaalde dosis. Betrokkene heeft geen ziektebesef of -inzicht waardoor hij het nut van zijn behandeling niet inziet. Daarnaast is het van belang dat betrokkene zijn revalidatie ondergaat. Daarvan is hij eerder weggelopen. Daarom is verplichte zorg nodig. De rechtbank is op grond van het zorgplan, de medische verklaring, het advies van de geneesheer-directeur en de toelichting tijdens de mondelinge behandeling van oordeel dat de volgende vormen van verplichte zorg nodig zijn:
- het toedienen van medicatie;
- het verrichten van medische controles;
- het beperken van de bewegingsvrijheid;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten;
- opnemen in een accommodatie.
5.7.
De duur van de verplichte zorgvormen “het beperken van de bewegingsvrijheid” en “opnemen in een accommodatie” worden toegewezen voor de duur van de revalidatie van betrokkene, maar ten hoogste voor zes maanden. Het beperken van het gebruik van communicatiemiddelen is niet noodzakelijk en zal derhalve niet worden toegewezen.
5.8.
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
5.9.
De vormen van verplichte zorg die de rechtbank toewijst, zijn evenredig en naar verwachting effectief. Bij het bepalen van de juiste vormen van zorg is rekening gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen en om te zorgen voor de veiligheid van betrokkene en zijn omgeving.

6.De beslissing

De rechtbank:
6.1.
verleent een zorgmachtiging voor
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 1963 in [plaats] , inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de maatregelen als genoemd in paragraaf 5.6 kunnen worden getroffen;
6.2.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
24 december 2025;
6.3.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 24 december 2024 door mr. Van de Poll, rechter, in aanwezigheid van mr. Brok, griffier en op schrift gesteld op 7 januari 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.