ECLI:NL:RBZWB:2024:9247
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Kort geding
- mr. Van Dam
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van huurachterstand en ontruiming in kort geding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 9 december 2024 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een verhuurder en een huurder. De verhuurder vorderde onder andere betaling van een huurachterstand van € 10.492,78 en ontruiming van de woning van de huurder. De huurder had een huurachterstand van € 2.356,86 en had daarnaast een gasleiding aangelegd zonder toestemming van de verhuurder. De kantonrechter oordeelde dat de huurder de huurachterstand moest betalen, maar wees de vordering tot ontruiming af, omdat de huurachterstand minder dan drie maanden bedroeg en de huurrelatie niet onhoudbaar was. De kantonrechter legde de huurder ook op om binnen acht dagen schriftelijke stukken te overhandigen die aantonen dat de gasleiding door een bevoegde instantie is aangelegd, met een dwangsom van € 25,00 per dag als hij hieraan niet voldoet. De proceskosten werden toegewezen aan de verhuurder, die grotendeels in het gelijk werd gesteld. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de verhuurder het vonnis kan uitvoeren, ook als de huurder in hoger beroep gaat.