ECLI:NL:RBZWB:2024:9322

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 juli 2024
Publicatiedatum
10 januari 2025
Zaaknummer
C/02/424642 / FA RK 24/3263
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • mr. Van Eck
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 19 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 2003. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan ernstige psychische stoornissen, waaronder neurobiologische ontwikkelingsstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen, en dat er een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel bestaat, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 juli 2024 zijn zowel de betrokkene als haar advocaat en een verpleegkundig specialist gehoord. De betrokkene gaf aan dat ze een destructieve stem in haar hoofd hoort die aanzet tot zelfdestructie. De rechtbank oordeelde dat vrijwillige zorg niet meer mogelijk was en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg zijn opgelegd, zoals toediening van voeding, medicatie en medische controles. De rechtbank concludeerde dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Van Eck en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2024.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/424642 / FA RK 24/3263
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 19 juli 2024van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedag] 2003 te [geboorteplaats] ,
wonende te [woonplaats] ,
thans verblijvende in de [accommodatie] , te [plaats]
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. R. Heemskerk te ‘s-Gravenhage.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 17 juli 2024, waarin de officier van justitie heeft verzocht om voortzetting van de op opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Goes tot het nemen van de crisismaatregel van 16 juli 2024;
- de medische verklaring van 16 juli 2024;
- een episodejournaal;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wet Bopz en de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie en/of de politiemutaties.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 19 juli 2024, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door haar advocaat;
- dhr. [naam 1] , verpleegkundig specialist.
Ook was aanwezig een verpleegkundige, [naam 2] , welke niet is gehoord.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Tijdens de mondelinge behandeling geeft betrokkene aan dat het de laatste tijd niet zo goed met haar gaat. Ze voelt niet de controle over de stem die ze hoort in haar hoofd. Deze stem zet nogal aan tot zelfdestructieen suïcide. Omdat het niet veilig was op de kamer van betrokkene, is haar kamer leeg en veilig gemaakt; dit geeft rust aan haar hoofd. [accommodatie] is niet de plek waar ze heel graag is, maar ze weet ook niet waar ze anders naartoe moet. Naar een andere behandelkliniek wil betrokkene ook niet; ze heeft geen zin om te verhuizen. Betrokkene verwacht in geval van een voortzetting van de crisismaatregel dat de stemmen in haar hoofd wat minder boos op haar worden. Wel verwacht ze dat ze opstandig wordt. De stem in haar hoofd wordt dan boos, omdat ze haar niet mogen tegenhouden. Er zal dan een andere manier worden bedacht om er een einde aan te maken, zoals niet meer eten of drinken. Betrokkene wil heel graag rust in haar hoofd ervaren, maar ze kan de stem niet stopzetten.
3.2.
De verpleegkundig specialist geeft aan dat er lang is gekeken of er mogelijkheden zijn voor vrijwillige zorg en verblijf; het is echt geprobeerd, maar het gaat niet meer. De heftigheid van de problematiek en de beschadigingen die betrokkene zichzelf aandoet worden erger. Met een voortzetting van de crisismaatregel zorgen ze ervoor dat betrokkene geen einde aan haar leven kan maken. Wellicht brengt dat haar rust. De controle op gedrags-beïnvloedende middelen en het beperken van het recht op bezoek zijn niet nodig als zorgmodaliteiten. De overige zorgvormen wel, om betrokkene te helpen. In Zeeland is niet de expertise om betrokkene te behandelen, psychodynamiek wordt elders wel gedaan door behandelaren die heel trauma gespecificeerd zijn.
3.3.
De advocaat van betrokkene geeft aan niet te pleiten voor afwijzing van het verzoek. Hij heeft geen opmerkingen, ook niet ten aanzien van de tijdens de mondelinge behandeling besproken zorgmodaliteiten. De advocaat van betrokkene is het eens dat de zorgvormen, te weten het controleren op gedrags-beïnvloedende middelen en het beperken van het recht op bezoek niet nodig zijn.

4.Beoordeling

4.1
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten
neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. autismespectrumstoornissen) en persoonlijkheidsstoornissen. Betrokkene is sinds mei opgenomen vanwege emotieregulatieproblemen. Betrokkene geeft aan dat zij een stem in haar hoofd hoort die zeer destructief en suïcidaal is. Deze stem neemt het van haar over.
4.2
Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade en ernstig verstoorde ontwikkeling voor of van betrokkene of een ander. De afgelopen dagen is er een toename van automutilatie, waarbij betrokkene zichzelf snijdt en brandt en met haar hoofd bonkt. Betrokkene is over de schutting van de afdeling te [accommodatie] geklommen om naar het spoor te lopen. Zij kon worden tegengehouden door de politie.
4.3
Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.4
De rechtbank is derhalve van oordeel dat anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toediening van vocht;
- toediening van voeding;
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
De overige door de officier van justitie verzochte vormen van verplichte zorg worden door de rechtbank niet noodzakelijk geacht, omdat de noodzakelijkheid daarvan niet (afdoende) is gemotiveerd en de verpleegkundig specialist tijdens de mondelinge behandeling gemotiveerd heeft verklaard dat deze niet nodig zijn om het ernstig nadeel af te wenden.
4.5
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Geprobeerd is betrokkene in een vrijwillig kader te behandeling. Het lukt haar echter niet weerstand te bieden tegen de op destructie en suïcide gerichte stem in haar hoofd. Om deze reden is behandeling in een vrijwillig kader niet langer mogelijk. De rechtbank hoopt dat een verplicht kader betrokkene wat rust in haar hoofd geeft.
4.6
Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de verzochte duur.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene] ,, geboren op [geboortedag] 2003 te [geboorteplaats] ;
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toediening van vocht;
- toediening van voeding;
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- andere medische handelingen en therapeutische maatregelen;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek aan kleding of lichaam;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
- opnemen in een accommodatie.
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
9 augustus 2024.
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr Van Eck, rechter en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2024 in tegenwoordigheid van mr. Oude Weernink als griffier, en op 2 augustus 2024 uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.