Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Procesverloop
2.Verzoek
3.Standpunten
4.Beoordeling
5.Beslissing
[betrokkene] ,, geboren op [geboortedag] 2003 te [geboorteplaats] ;
9 augustus 2024.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 19 juli 2024 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven in een rekestprocedure betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 2003. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de crisismaatregel op basis van artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene lijdt aan ernstige psychische stoornissen, waaronder neurobiologische ontwikkelingsstoornissen en persoonlijkheidsstoornissen, en dat er een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel bestaat, waaronder levensgevaar en ernstige psychische schade. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 juli 2024 zijn zowel de betrokkene als haar advocaat en een verpleegkundig specialist gehoord. De betrokkene gaf aan dat ze een destructieve stem in haar hoofd hoort die aanzet tot zelfdestructie. De rechtbank oordeelde dat vrijwillige zorg niet meer mogelijk was en dat verplichte zorg noodzakelijk is om het ernstig nadeel af te wenden. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, waarbij verschillende vormen van verplichte zorg zijn opgelegd, zoals toediening van voeding, medicatie en medische controles. De rechtbank concludeerde dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn en dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig en effectief is. De beschikking is mondeling gegeven door mr. Van Eck en in het openbaar uitgesproken op 19 juli 2024.